gaven hem gelegenheid het Ille Oost-Afrikaansche legerkorps te vormen. Begin December waren de groepeering en opstelling der korpsen in algemeenen zin als volgt I korps (divisies Sabauda en 28 m het versterkte TTT 18\ gebied van Makallé-Dolo III korps (divisies Sila en 23 Marzo) Deze stelling diende aanvankelijk om een oprukken van het zich zuid daarvan bevindende leger van Ras MOELOEGHETA (sterk 60.000 a 80.000 man) naar het noorden te beletten en zou later de springplank vormen voor den verderen opmarsch naar het zuiden. Het Erytreesche korps stond noordwest van Makallé gereed voor den inzet tegen een in Tembièn (richting Hausièn) opruk- kenden vijand (Ras CASSA stond met 30.000 man zuid van de Gheva). De weg naar Hausièn was afgesloten door een groep, welke de stellingen bij Abbi Addi en Ambaro had bezet. De divisie Gavinana maakte eerst deel uit van deze groep, doch werd later bij het He korps gevoegd, ter versterking van den rechtervleugel. Het lie korps (divisies Gran Sasso, Gavinana en 21 Aprile) vormde den rechtervleugel en bezette het gebied van Adoea- Aksoem-Selaclaca. Het leger van Ras IMROE, sterk 40.000 man, bevond zich nog zuid van de Takazzé. De algemeene reserve (divisies 3 Gennaio en 1 Febbraio) waren bij Adigrat gelegerd (voor de plaatsnamen worde verwezen naar schets 3). Omstreeks het midden van December begonnen de Abessy- nische legers met hun opmarsch in algemeen noordelijke richting. De eerste belangrijke aanraking vond plaats in het westen, waar Ras IMROE de Takazzé bij Mai Timchet overstak, den pas van Dembeguina bezette en een groep Erytreërs van 1000 man aanzienlijke verliezen toebracht. Bij het verder oprukken in de richting van Selaclaca ontstond een gevecht bij den pas Af Gaga, waar op 26 December een Italiaansche colonne van 12.000 man na een verwoeden strijd den tegenstander terug sloeg, doch zelf na 10 dagen ook weer naar Aksoem terug moest keeren. Selaclaca werd kort daarop door de Abessyniërs bezet. De tweede gevechts aanraking kwam tot stand in Tembièn, nadat Ras CASSA de Gheva was overtrokken. Abbi Addi werd aangevallen, doch na een gevecht van 10 uur werd de aanvaller teruggedrongen Door een verkeerden maatregel van den bevelvoerenden generaal werd het succes echter niet uitgebuit, zoodat later Abbi Addi moest 1077 b Deze getallen geeft Badogliowaarschijnlijk kan er wel een 20.000 man af. R.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 60