worden prijsgegeven en de Italianen zich terugtrokken op de stellingen van Warieu en Abaro. Zuid van Makallé had BADOGLIO aanvankelijk een offensief in de richting van de passen van de Amba Aladsji willen beginnen, teneinde zich in het bezit van den Amba Aradam een beheer- schend bergcomplex te stellen. Echter deed het optreden van den tegenstander meer en meer een aanval in Tembièn ver wachten, zoodat hij van dit offensief voorloopig afzag en de divisie „28 Ottobre" van het Ie korps naar Tembièn dirigeerde. Het Ie korps kreeg in de plaats daarvan de divisie „3 Gennaio" van de algemeene reserve te Adigrat. Tevens werd begin Januari het IVe legerkorps gevormd, bestaande uit de divisie „1 Febbraio", eveneens aanvankelijk in reserve, en de eind December uit Italië gearriveerde divisie „Cosseria". Laatstbedoeld korps werd noord van de Mareb in het gebied van ToecoelDebri MariamAddi Quala gelegerd, terwijl zijn commandant opdracht kreeg een marsch naar Schiré voor te bereiden, waar BADOGLIO reeds op dat oogenblik de mogelijkheid van een actie in samenwerking met het He korps voor oogen had. De algemeene reserve zou bestaan uit de nog onderweg zijnde divisies Pusteria en Assietta. B. De eerste slag in Tembièn. (zie voor de plaatsnamen schets nr. 3). Bijna twee maanden had BADOGLIO zich moeten bepalen tot een defensieve houding, tot het afweren van den tegenstander, tot het bestudeeren van zijn bewegingen, bedoelingen en moge lijkheden. Omstreeks half Januari was hij gereed met de organi satie van zijn strijdkrachten en met de voorbereidingen voor een offensief optreden. Toen dan ook het leger van Ras CASSA zich meer en meer noord van de Gheva concentreerde en een offensief in de richting Hausièn dreigde, besloot hij dit niet af te wachten doch integendeel door aanvallend optreden zijn vijand te over rompelen en diens plannen in de war te sturen. Was dit gelukt dan zou hij daarvan gebruik maken om een offensief zuid van Makallé in te zetten en den Amba Aradam te veroveren. Want dit complex werd door hem den sleutel geacht voor een uiteindelijk succes in Tembièn en Schiré. Was dit gebied eenmaal in zijn bezit dan zou de tegenstander alleen al door de bedreiging van den Amba Aradam uit, genoodzaakt zijn Tembièn te ontruimen. Zou hij hiervoor ongevoelig zijn, dan kon hij in zuidelijke richting omtrokken en zoo tot den slag gedwongen worden, hetgeen voor de Italianen uiteraard nog gunstiger zou zijn. Bij dezen gedachtengang van BADOGLIO komt een grond beginsel van zijn optreden tot uiting, dat hij herhaaldelijk als leidraad van zijn handelingen aangeeft en als volgt omschrijft (blz. 58) 1078

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 61