bedoelde weg zou weliswaar meer tijd kosten en bovendien het nadeel hebben, dat het reeds veroverde terrein weer werd prijs gegeven, doch het groote voordeel was, dat deze manoeuvre veel veiliger kon worden uitgevoerd en indien het den tegenstander reeds gelukt mocht zijn voorbij Warieu door te dringen recht streeks tegen diens vleugel zou voeren. Een Napoleon zou wellicht den eersten weg hebben gekozen, daarbij overwegende, dat een bezetting van Abbi Addi onherroepelijk aan eiken tegenstander in Warieu den lust tot voorwaarts gaan in noordelijke richting zou hebben ontnomen. De „bevelvoerende generaal" koos den tweeden weg, zich daardoor een bedachtzaam en voorzichtig aanvoerder toonende. In den avond van 22 Januari was de 2e Erytreesche divisie weer bij Abaro vereenigd, waar eveneens de le Erytreesche divisie was aangekomen, welke BADOGLIO uit Makallé daarheen had gezonden. Den volgenden dag rukte deze macht zoo snel mogelijk op naar het bedreigde Warieu, waarvan de bezetting, gesteund door de luchtstrijdkrachten, intusschen nog steeds had stand gehouden. Tegen den avond kwam de colonne in de nabijheid van den pas aan en ruimde de tegenstander het veld. Hiermede was de eerste slag in Tembièn geëindigd. Gewonnen door ons, schrijft BADOGLIO, want al was de vijand dan niet over den Gheva teruggeslagen, zijn offensieve kracht was in elk geval ge broken, zoowel door de zware verliezen (8000 man) als door het verbruik van bijna zijn geheelen munitievoorraad. Dat dien 23sten Januari een zucht van verliching in het Ita- liaansche hoofdkwartier is geslaakt geworden zal duidelijk zijn wanneer men bedenkt, dat BADOGLIO „denn der Starke denkt an das Schlimmste" den toestand op den 22sten Januari zoo donker inzag, dat hij zijn staf reeds in het diepste geheim de noodige voorbereidingen voor een terugtocht uit Makallé liet uitwerken. Achter de schrijftafel de kaart bestudeerend, komt ons deze bezorgdheid voor zijn verbindingslijn MakalléAdigrat wel wat ongemotiveerd voor, ook al zou de bezetting van Warieu onder den voet zijn geloopen. In de eerste plaats hadden de Italianen Abaro, op de flank van den oprukkenden tegenstander gelegen, stevig in handen en in de tweede plaats was Hausièn reeds gedurende vele weken versterkt geworden en zou dus een geduchten weerstand kunnen bieden. Voorts zouden deze Abes- synische troepen bij een verder doorstooten steeds meer in den rug bedreigd zijn geworden door de Italiaansche divisies west van Makallé. Wel waren deze gedeeltelijk bestemd om Ras MOELOEGETHA te beletten hulp te bieden aan Ras CASSA, doch BADOGLIO wist ook, dat er tusschen de verschillende legeraanvoerders meer rivaliteit dan zucht tot samenwerking bestond en dat MOELOEGETHA „nicht im entferntesten daran dachte, auf die unablassigen dringlichen Hilferufe Ras CASSA 1081

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 64