stelden zij zich bloot aan afzonderlijke vernietiging, hetgeen voor de Italianen des te voordeeliger was. In tactisch opzicht besloot BADOGLIO tot zoo ruim mogelijken inzet van artillerie, ook op grootere afstanden, teneinde den vijand vóór het nabijgevecht (waarin de Abessyniër een geduchte tegenstander was) zoo veel mogelijk te verzwakken. Daarnaast zouden de luchtstrijdkrachten in het bijzonder het moreel van den tegenstander moeten aantasten en tot ver achter het front tegen de reserves worden ingezet. De groepeering en sterkte der strijdkrachten zijn op schets 3 aangegeven. Met de divisies Pusteria en Assietta waren de laatste groote eenheden op het slagveld aangekomen. Als bijzondere prestatie van den étappedienst zij medegedeeld, dat de laatste divisie 25 Januari te Massawa arriveerde, 30 Januari ontscheept was en 2 Februari reeds volledig (behalve de draagdieren) te Makallé was verzameld. Het vervoer over den ongeveer 450 km langen weg werd geheel met vrachtauto's verricht. C. De slag in Enderta. De Amba Aradam, ongeveer 15 km zw. van Scelicot gelegen, vormt met zijn „tafel" van 2756 m hoogte en eenige kilometers in omtrek het beheerschende gedeelte van het gebergte ten zuiden van Makallé. Hier had MOELOEGHETA zijn leger ontplooid en sterke posities bezet op den Amba en de bergruggen, welke zich in no. richting over 10 a 15 km uitstrekken. Van den aanvang af had BADOGLIO een dubbele omvatting van het vijandelijke dispositief op het oog. Hierbij deed zich echter de moeilijkheid voor, dat de beide omvattende deelen door moeilijk terrein moesten oprukken en tot het oogenblik waarop zij elkander zuid van den Amba (bij Antalo) zouden ontmoeten, tactisch door het bergcomplex waren gescheiden. Dit bood een beweeglijken tegenstander, die zich als het ware op de binnenlijnen bevond, goede kansen om onder vasthouding van den eenen vleugel zijn hoofdmacht te concentreeren tegen het andere gedeelte. Om dit gevaar te veronzijdigen en bovendien den tegenstander zoo lang mogelijk in onzekerheid te laten, deed de Italiaansche aanvoerder eerst het Ie korps tegen centrum en oostvleugel oprukken, om pas daarna het He korps een omvat tende beweging om de west te laten uitvoeren. De slag zou worden voorafgegaan door een dagenlang' volgehouden bombardement door het luchtwapen, overeenkomende met het trommelvuur van de artillerie gedurende den wereldoorlog. 10 Februari werden de troepen gereed gesteld in de lijn hpt 2257 pas van DoghéaAdi Elchim—Auzeba (zie schets 4). Auzeba werd onmiddellijk versterkt om bij het verder voor waarts gaan als flank- en rugdekking op den oostvleugel dienst te doen. 1083

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 66