E. De slag in Schiré.
Zoo restte nog het leger van Ras IMROE, dat ter hoogte van
Selaclaca en westwaarts stellingen had betrokken. De sterkte
werd op 30 a 40.000 man geschat. Het He korps (divisies Gran
Sasso, Gavinana, 21 Aprile en de Ille Erytreesche brigade) stond
in de omgeving van Aksoem, ongeveer 30 km van Selaclaca
verwijderd, terwijl het IVe korps (divisies Cosseria en 1 Febbraio)
nog in het landschap Dechi Tesfa, op 90 km afstand van het
vijandelijke leger, was gelegerd (schets 3).
Terwijl het He korps in westelijke richting tegen de vijandelijke
stellingen zou oprukken, moest het IVe korps de Mareb over
schrijden en door een onbekend gebied eerst in zuidelijke, daarna
zuid-oostelijke richting over Az Daro naar Semama marcheeren,
teneinde aldus den tegenstander in flank en rug te treffen. Het
zal echter duidelijk zijn, dat een „vereint schlagen" van deze
beide korpsen zeer moeilijk te verwezenlijken was, aangezien
niet voorzien kon worden hoelang het IVe korps over den marsch
door dit onbekende gebied zou doen. Daarom besloot BADOGLIO
tenslotte, zich in de eerste plaats te verlaten op het optreden van
het He korps, dat trouwens ook alleen wel tegen den vijand was
opgewassen. Mocht dit korps voor onverwachte moeilijkheden
komen te staan en minder vlug slagen, dan zou het ingrijpen
van het IVe uit het noord-westen des te meer succes opleveren.
Een bijzondere voorziening vereischte de aan- en afvoer, aan
gezien het IVe korps zoodra het in contact met het He zou
zijn gekomen via de verbindingslijn over Adoea Aksoem
zou worden verpleegd. Op dezelfde wijze was ook bij den tweeden
slag in Tembièn de aan- en afvoerlijn van het Ille korps na het
bereiken van Abbi Addi verlegd over Abaro naar Hausièn.
De opmarsch der beide korpsen zou 29 Februari aanvangen.
Op den 27sten begaf BADOGLIO zich met zijn gevechtsstaf uit
Makallé naar Adi Quala, om dichter bij het slagveld de operaties
te kunnen leiden. Het He korps had voor den eersten operatiedag
als marschdoel enkele hoogten vlak oost van Selaclaca. Ernstige
weerstand werd niet verwacht. Daarom en ook met het oog
op het zooveel mogelijk gebruiken van den eenigen beschikbaren
weg marcheerden de divisies achter elkander in een zeer
lange colonne. Terwijl de voorste divisie „21 Aprile" haar marsch
doel zuid van den weg zonder strijd bereikte, stootte de volgende
divisie Gavinana noord daarvan op sterken weerstand, gepaard
aan heftige tegenaanvallen. De geheele divisie werd ontwikkeld
(2 regimenten voor, één in reserve), doch het gelukte niet ver
der voorwaarts te gaan. Van de reserve divisie Gran Sasso werd
eveneens één regiment rechts naast Gavinana in voorste lijn
geplaatst en in deze groepeering de nacht doorgebracht. Den
geheelen nacht door deed de vijand aanvallen, zoodat de Korps
commandant den volgenden morgen tot de conclusie kwam, dat
1088