dien dag (1 Maart) de opmarsch niet kon worden voortgezet.
Gedurende dezen dag werd de bereikte lijn versterkt, de divisie
Gran Sasso noord van de Gavinana ontwikkeld en de aan- en
afvoer verbeterd.
Ook den 2den Maart gelukte het niet den vijand te verdrijven.
De drie divisies moesten zich bepalen tot een frontaal voor
waarts dringen over slechts enkele kilometers. In den namiddag
voerden de Abessyniërs onder gebruik van veel automatische
wapenen zelfs een groot opgezetten tegenaanval uit, welke wel
iswaar doodliep op den Italiaanschen afweer, doch niettemin den
opmarsch van den vijand ten zeerste tegenhield Intusschen was
het IVe korps, na den Mareb te zijn overgestoken, m zuidelijke
richting opgerukt naar de waterscheiding van Mareb en Takazze.
Reeds op 1 Maart kon de aan- en afvoerdienst echter niet meer
volgen en moest de verpleging door de lucht geschieden, hetgeen
door de dichte begroeiing van het opmarschgebied (waardoor
de afgeworpen goederen moeilijk te vinden waren) veel tijd kostte
en den marsch zeer vertraagde. Zoo had dit korps m den avon
van 2 Maart nauwelijks de helft van den totalen afstand achter
dTnrden morgen van 3 Maart begon de Abessynische tegenstand
eindelijk te verslappen en namen de vliegers een terugwijken
achter het front waar. Onder gezamenlijken mzet van grond
en luchtstrijdkrachten viel de verdediging m den loop van den
morgen inéén en ontaardde de terugtocht allengs m een wan
ordelijke vlucht naar den Takazzé.
In snel tempo kon het He korps zijn opmarsch verder voort
zetten, het bereikte dienzelfden dag de lijn Semama—At Gaga
en den volgenden dag met de voorste troepen Dembeguma en
den Takazzé. Het IVe korps kwam 3 Maart te Az Daro en 5
Maart te Selaclaca aan. Het heeft dus niet meer aan den strijd
kunnen deelnemen, hoewel de dreiging van zijn opmarsch stellig
wel van invloed op den terugtocht van de Abessyniërs is geweest.
De eigenlijke vervolging viel weer ten deel aan de luchtmacht,
die vooral bij de weinige overgangen van den Takazze en op
de goed zichtbare paden in het moeilijke terrein ten zuiden van
deze rivier den vluchtenden vijand veel afbreuk heeft gedaan.
De slag in Schiré is het resultaat van een eensgezinde samen
werking der beide legerkorpsen, aldus schrijft BADOGLIO. Eik
korps had een eigen opdracht, welke volledig volbracht werd,
zij het ook, dat het He korps daarbij niet met de gewenschte
snelheid en vastberadenheid handelde. In feite verliep deze
strijd als een zuiver frontale slag, waarbij het He korps er met
in geslaagd is een overvleugeling of omvatting door te voeren,
hoewel de breede groepeering met 3 divisies naast elkander van
huis uit deze bedoeling had.
1089