1096 hebben afgedaan als zelfstandig wapen en zou worden teruggedrongen tot de gelederen van de zware inf. wapens. Op zichzelf zou dit n.o.m. niet zoo heel erg zijn, wanneer de vew. als inf.wapen wel, doch als zelfstandig- wapen geen succes zou kunnen bereiken. S. klampt zich vast aan het zelfstandig gebruik en brengt enkele motieven naar voren, welke niet altijd even krachtig zijn. Alvorens deze motieven te noemen, willen wij als onze meening geven, dat inderdaad van een aanval van een gepantserde eenheid meer kracht kan uitgaan dan van een aanval, waarbij de vewn. achter de inf. zijn opgesteld en op gunstige momenten worden ingezet om meestal slechts een plaatselijk succes te bereiken. Hierbij moeten wij echter in beschouwing nemen, dat een dergelijke pantseraanval slechts dan succes zal kunnen bereiken, wanneer door een of andere oorzaak op een nog niet georganiseerden pantserafweer wordt gestooten en wanneer het terrein een massalen inzet van vewn. toelaat. Beide voorwaarden zijn zeer zwaar en vaak zal hieraan niet kunnen worden voldaan. Vooral in onze terreinen met de beperkte mogelijkheden voor vewn. zal naar wij meenen in vele gevallen genoegen moeten worden genomen, met een opstelling achter de inf. om daar, waar het terrein zich hiertoe leent, den vij. bij verrassing aan te grijpen. Thans komen wij terug op de motieven van mj. Sp.: 1. Een dergelijk optreden leidt tot versnippering van krachten op vele fronten, zooals in bergland enz., zijn de ingedeelde vewn. niet noodig (O.i. is een vaste indeeling bij de inf. niet urgent). 2. Treedt de vij. met een gepantserd onderdeel op, dan zijn de eigen vewn. steeds geringer in aantal en is voor deze nooit succes te bereiken. Vewn. kunnen alleen met vewn. offensief worden bestreden en een overmacht is daarvoor noodig. (In elk geval zal het terrein zich voor het optreden van een vij. gepantserde eenheid moeten leenen dat een offensieve bestrijding met vewn. meer resultaat belooft dan een defensieve bestrijding met pag., staat o.i. nog geenszins vast). 3. Door het betrekkelijk geringe aantal vewn. dat bij dit systeem gelijk tijdig wordt gebruikt, maakt men het den vij. pantserafweer gemakkelijk, want eenmaal toch zullen de vewn. naar voren moeten. (Dit is n.o.m. S's sterkste argument men zal dan ook goed doen z.m. de aanvalsstrook der vewn. zoodanig te kiezen, dat in het neventerrein opgesteld pag. niet aan de verdediging kan deelnemen is zulks onmogelijk, dan zal dit pag. tijdens den vew.aanval krachtig onder art. vuur moeten worden gehouden). 4. Dat de strijd tusschen pantser en projectiel onvoorwaardelijk ten gunste van het projectiel is beslist, acht S. niet bewezen. Op het oogenblik beweegt zich de vew.bouw in Europa in de richting van sterkere pantsers. Inderdaad wordt ook het pag. kaliber grooter, maar een nieuwe constructie van pag. duurt jaren, terwijl het zwaardere pag. bovendien minder beweeglijk is. (We zullen op dit punt niet dieper ingaan. Een ieder die met de literatuur over pag. en vewn. eenigszins bekend is, zal onderkennen, dat S. hier niet meer objectief oordeelt). Ten slotte brengt S. naar voren, dat de vew. is geboren uit de noodzake lijkheid de inf. tegenover het krachtige mitr.vuur van den verdediger voorw. te kunnen brengen. Terecht merkt S. op, dat deze eisch nog even sterk klemt als in de oorlogsjaren en hij acht de tanks hiertoe in staat wanneer a. zij in massa worden ingezet en overmachtig zijn t.o.v. den vij. pantser afweer en de vij. pantserverbanden b. zij niet aan ketens worden gelegd1, doch tactisch beweeglijk blijven, om hun snelheid bij het overwinnen van den pantserafweer en tot het versnellen van het aanvalstempo, te kunnen uitbuiten. Rekening houdende met de omstandigheid dat vewn. geen terrein kunnen bezetten, geeft S. voor de doorbraak de volgende richtlijnen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 79