1098 (art. vk. patn., waarnemingsdienst) noodig en verkrijgt men een 2e rangs artillerie. 4. De kans bestaat dat, terwille van de mogelijkheid om als inf.gs. op te treden, wanneer op het betrokken gedeelte van het gevechtsveld geen vewn. verschijnen, niet de voor pantserbestrijding het meest geëigende stellingen worden ingenomen. Luchtaanvallen op gemot, colonnes. In M.W. van Sept. 1938, nr. 11 komen eerige gegevens voor over een cefening, welke op het einde van April te Salisbury e.o. werd gehouden Aan deze oef. nam een gemot. div. (7000 man en 2000 motorvoertuigen) deel bij „Rood waren 80 vl-gn. ingedeeld. Het doel van de oef. was, een opmarsch van een sterke gemot, eenheid, terwijl de vij. over krachtige luchtstrijdkrachten beschikt. De div. moest 80 km afleggen en daarna in het legeringsrayon een tegen luchtwaarneming gedekte opstelling innemen. Beschikbaar 36 uren. Dade lijk werd bepaald, dat de zich langzaam bewegende voertuigen, zooals trekauto s met geschut e.d., gedurende den nacht zouden worden verplaatst. Ook bleek dat de transportauto's tweemaal zouden moeten rijden om de troepen te voet te verplaatsen ook dit zou gedurende den nacht geschie den. Een nauwkeurige verkeersregeling werd opgemaakt, welke zeer goed heeft voldaan. Het vij. luchtwapen voerde zoowel bij dag als nacht voortdurend vkn. uit tegen de vermoedelijke opmarschwegen. Zoodra loonende doelen wer den ontdekt, werden de gevechtsvlgn. ingezet. Volgens de gegevens zouden van de totale div. slechts 200 man, 25 auto's, 10 auto's met art. en 10 vewn. als loonende doelen zijn gemeld. Het legeringsrayon werd niet ontdekt. Wel schijnen meer doelen waargenomen te zijn, doch e.e.a. schijnt door de groote afstanden vaak den indruk te hebben gegeven van normaal verkeer (in oorlogstijd zal dit normale verkeer nabij het front echter wel niet plaats vinden). De Eng. conclusies luiden 1. De oef. heeft bewezen, dat een marsch van een groote gemot, een heid, ook bij aanwezigheid van een sterke vij. luchtmacht uitvoerbaar is. 2. Het onderhouden van groote, onregelmatige afstanden bemoeilijkt het werk van de vij. luchtstrijdkrachten. 3. Krijgen de vij. Istrkn. weinig loonende doelen, dan zal men trachten de wegen door bombardementen onbruikbaar te maken. De verkeersregeling moet met deze mogelijkheid rekening houden. 4. De verkeersregelings-eenheid moet behooren tot de div. autotransport afdeeling. d. V. Infanterie. Organisatie. De volgende omzettingen in de Zwits. inf.sie. ontleent M.W. 1938 nr. 4 aan France mil. van 7-6-'38 De 2 lt.mitr.gpn. en de 3 fus.gpn.l), waaruit de sie. thans bestaat, worden omgevormd tot 3 eenheidsgpn. Deze worden verdeeld in 4 ploegen a 3 man, t.w. 2 fus. ploegen, 1 lt.mitr. pleeg en 1 ploeg mu.dragers. De gp.cdt. wordt tevens cdt. van de It.mitr.ploeg. De samenstelling van de sie. wordt hierdoor 1 sie.cdt., 1 oo., 3 kpln.-gp.cdt., 2 vb.manschappen en 36 sldn., De Zw. organisatie kent „Füseliere" en „Schützen". De laatste bena ming is bij een aantal onderdeelen uit een oogpunt van traditie gehandhaafd. Er bestaat echter geenerlei verschil in organisatie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 81