1099 totaal 43 man tegen thans 47 man w.o. 2 oon. en 5 kpln. Bij vermeerdering met 1 lt.mitr. derhalve besparing aan kader. Inzake de wijze van optreden wordt nog vermeld, dat de gp. in haar geheel vuurt of terrein wint. Zij schaart zich hierdoor aan de zijde van de Fr. gp., zooals deze wordt beschre ven in J.R.U.S.I. van Aug. '38. (Mj. Ellenberger: The Infantry section- French, German and British). In dit art. worden de gpn. der in den titel genoemde legers naast elkander gesteld (totaal sterkten der gpn., buiten den cdt., Fr. 11, D. 12 en Eng. 6 man). Uit de verschillende voorschriften concludeert S., dat de Fr. gp. in haar geheel vuurt of voorwaarts gaat, in tegenstelling met de vroegere Fr. opvatting (vóór 1928), welke ruimte liet vcor de wisselwerking van vu. en beweging in de gp. Dit laatste is nog het geval bij de D.. De bestaande Eng. gp. is volgens S. te klein om beide elementen bij afwisseling in het geding te brengen. Toch acht hij de Eng. voorschriften inzake het optreden meer in overeenstemming met de D. dan met de Fr., die z.i. te veel den nadruk leggen op het vu. ten koste van de beweging. Hij stelt daarom voor, de organisatie van de Eng. gp. meer in overeenstemming te brengen met de wijze van optreden en haar te doen bestaan uit 1 cdt., 1 ondercdt., 4 man bediening van de lt.mitr. en 5 fusn. D.W. 1938 nr. 36 geeft in Rüstungen des Auslandes de bij de Eng. inf. in gebruik genomen nieuwe benamingen. Het gros der inf. is ondergebracht in „infanterie-bataljons", waarvan er 3 een inf.brigade vormen. Zij zijn gedeeltelijk gemotoriseerd. De geheele garde-inf. is in zulke inf.batn. ingedeeld. Voorts treft men aan de (geheel gemot.) „mitrailleur-bataljons" en de „motor-bataljons". Deze laatste zijn de, geheel gemot., inf.batn. der pant serdivisie. Aangeteekend wordt, dat de nieuwe benamingen geen invloed hebben op de traditioneele namen als The Kings Royal Rifle Corps, East Lancashire Regiment, enz. De sectie in den aanval. In M.W. 1938, nr. 10 keert Luit. Wagner zich in „Angriffsschema eines Schützenzugestegen de denkbeelden, cnder gelijken titel ontwikkeld in het M.W. van 29 Juli (zie I.M.T. 1938, nr. 10, blz. 994). Het toepassen van een schema op zich zelf wordt door S. toegejuichd het zal, doordat het de manschappen aan een bepaalde wijze van optreden gewent, het overwinnen van de moeilijkheden der laatste 300 m bevorderen, met name, wanneer door het uitvallen van een of meer cdtn. de handelingen onder leiding van vervangers moeten worden uitgevoerd. Nochtans sluit S. de oogen niet voor de nadeelen, die aan een schematisch optreden zijn verbonden. Tegen het door H.H. in M.W. van 29 Juli voorgestelde schema voert S. als hoofdbezwaar aan, dat de fus.gpn. bij het binnendringen van 's vijands stl. gescheiden optreden, waarbij de sie.cdt die gp. aanvoert, welke hij de beste kansen voor het binnendringen toekent. S. stelt voor, de beide vcorste It.mitrn. met circa 200 m tusschenruimte te doen optreden. De sie.cdt. bevindt zich in het midden en laat, op 3 a 400 m van den vij., alle fus.gpn., alsmede de derde lt.mitr.gp., bij zich aansluiten. Daarna' verricht hij den eigenlijken av. met de geheele stootkracht van zijn sie. Derhalve wordt opgetreden met vereenigde stootkracht binnen den „Feuer- dreieck", instede van met verspreide stootkracht daarbuiten. Bewapening. D.W. nr. 36 ontleent aan Rivista di Cavalleria een overzicht over de huidige collectieve wapenen der It. inf. Ingevoerd zijnde mrt. Brixia, model 35 (kal. 45 mm, gew.16 kg, max. dr. 500 m, max. vu.snelh. 25 sch./min.). Het wapen vormt één eenmansvrachtde vu.eenheid is de gp. van 3 mrtn. Voorts de granaatwerper van 81 mm, model 35 (type Stokes-Brandt, gew.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 82