1101
tijd gehad, dan zal de uitwerking reeds onvoldoende zijn en zal de thans
bij de div. ingedeelde 15,5 hw., die naar het L.K. overgaat, te hulp moeten
komen (proj. gew. 43 kg, lading 10 kg). Ook voor art. bestrijding blijft de
15,5 hw. het aangewezen wapen.
In W.M. 7 onderwerpt gnl. Marx Feldkanone und leichte Feldhaubitze
aan een vergelijkende beschouwing1). Hij komt tot de slotsom, dat laatst
genoemd gs. op 4 van de 11 punten van vergelijking in het voordeel is
boven het vd.gs., op 3 punten gelijk staat en op 4 punten en dan nog
slechts weinig in het nadeel is. Deze nadeelen hebben in hoofdzaak
betrekking op de vuursnelheid en zouden grootendeels ondervangen kunnen
worden door ook bij den hw. patronen in te voeren.
Kap. Westphal geeft in hetzelfde nummer een overzicht van de ontwikkeling
Von der Bombenkanonezum Infanteriegeschütz.
Ter aanvulling van het vermelde op blz. 194 en 195 W.J. 1937 ontleenen
wij aan M.W. nr. 9 de volgende gegevens betreffende de Zwitsersche artillerie.
7,5 bg. zijd. schootsveld 6° hor. 10" tot 50° projn. rook, p. en
stalen g. met en zonder vertraginggk. Als zw. vd.gs. ingevoerd Bofors 10,5
L/42 6 ladingenhor. schootsveld 5° tot 43° toelaatbare vervoer-
snelheid 70 km/u. Elke afd. bg.art. is sterk st., 2 bijn. a 4 stun., 1 art.
parkcie. en 1 art. draagdieren col. (100 dieren).
Luit. Crahay behandelt in B.B.S.M. 8 L'artillerie beige et la motorisation.
Hoewel in dit artikel geen nieuwe ideeën worden ontwikkeld, is het een
bestudeering ten zeerste waard daar op werkelijk onpartijdige wijze de
voor- en nadeelen van motortractie worden nagegaan. Ook deze S. komt
tot de slotsom, dat de huidige stand van de techniek volledige motorisatie
nog niet rechtvaardigt en het motortractiematerieel nog zeer veel moet
worden verbeterd en gemeengoed dient te worden alvorens het in staat
zal zijn, het paard geheel te vervangen. Waar S. in beschouwingen treedt
omtrent het omvangrijke en tijdroovende karakter van spoorwegvervoeren
van art. met pd.traetie dient men dit niet zoozeer te vergelijken met
spoorwegvervoer van de overige wapens dan wel met daarvoor mogelijk
doch voor genoemde art. practisch onuitvoerbare autotransporten.
Tactiek.
Gnl. Marx stelt in Zur Frage der Artilleriebekampfung (M.W. 4) de
t.d.a. in 1914 gehuldigde theorieën tegenover hetgeen toen in practijk werd
gebracht. Aan D. zijde kende men de „Gallwitz-Lösung" met alle krachten
wordt eerst de vij. art. bestreden. De Fr. hingen de „Percin-Lösung" aan
de eigen art. wordt verdeeld in 2 ongeveer gelijke dealen contrebatteries
en batteries d'inf. En nu de practijk Men schoot op alles wat men zag
en dat was vnl. de vij. inf. Zoo zal het o-ok in de toekomst wel weer gaan zegt
S., niettegenstaande thans vrij algemeen de. Fr. vooroorlogsche opvatting
wordt gehuldigd. De reden daarvan is, dat elke bij. sneller vuurbereid kan
zijn dan het wg.systeem (geluid- en lichtmeetdienst) in werking treedt
en weinig cdtn. er toe zullen kunnen komen, een deel van hun art. werkeloos
te laten. Omtrent de luwg. merkte gnl. M. neg op, dat zij tegen het einde
van den wereldoorlog weliswaar met pijnlijke nauwkeurigheid werkte, doch
dat sedertdien de luchtafweer ook is vooruitgegaan. Voor vij. ld.art. behoeft
men echter niet zoo bevreesd te zijn haar bijn. verraden zich snel en wat
is eenvoudiger dan dat de gestoorde verkenner of waarnemer het vuur der
eigen (grond) art. op haar leidt? De vij. jager vormt een grooter probleem,
vooral in de vdd. In den av. zal men niet zoo veel last hebben van vij.
jvlgn. daar men den av. slechts inzet, indien ook de middelen aanwezig
zijn ter verdrijving van de vij. lstrkn.
V.z.v. S. de huidige bewapening en org. van de D. art. in zijn be
schouwingen betrekt, ontleent hij de gegevens daaromtrent aan buiten-
landsche vaktijdschriften daar zij in D. niet worden gepubliceerd.