1104
wordt veelal volstaan met gew. beton kazematopstellingen. Dit geldt in
versterkte mate voor het lichte kustgeschut. Openschildopstellingen acht
S. voor het middelbare en lichte kustgeschut aanvaardbaar. Voorts kan
in voorkomend geval aan genoemd geschut met voordeel als neventaak de
bestrijding van landingspogingen worden toegewezen. Voor de alsdan veelal
noodzakelijk grootere vuursectoren zal een openschildopstelling, ondanks
de daaraan verbonden nadeelen, de voorkeur kunnen verdienen boven een
kazematopstelling.
Onder bepaalde omstandigheden kan ook hier het gebruik van verplaats
baar spoorweggeschut van nut zijn.
Ten einde de reeds genoemde nadeelen van spoorweggeschut te veron-
zijdigen en toch het geschut verplaatsbaar te maken, zoodat het niet
plaatselijk gebonden is, doch ook elders kan worden ingezet, is den laatsten
tijd een krachtig streven merkbaar z.g. mobiel kustgeschut te construeeren.
Hierbij bestaat de affuitconstructie veelal uit een samenklapbaar kruis-
affuit, in gevechtsopstelling in gespreiden toestand op den grond rustend
en in vervoerstelling op twee- of vierwielig transportchassis met lucht
banden en tractortractie. Deze geschutconstructie heeft uit versterkings-
kundig oogpunt het voordeel, dat geen zware betonemplacementen noodig
zijn. Gew. beton front-, zij- en rugweren dienen uiteraard te worden
aangebracht. Een nadeel is, dat dit geschut zich uitsluitend leent voor open
opstellingen, daar de groote oppervlakte, welke de spreidaffuit in gevechts
stelling inneemt, zich niet leent voor een kazematopstelling. Door een
doeltreffende camouflage tracht men aan het gebrek aan dekking van deze
open opstellingen tegen luchtaanvallen tegemoet te komen. Het behoeft
geen betoog, dat bedoelde kruisaffuit-constructie slechts toepassing kan
vinden bij het lichte en hoogstens het middelbare kustgeschut. Door de
bij het vuren optredende groote terugstootkoppels, is toepassing hiervan
bij het zware kustgeschut voorshands uitgesloten.
Den laatsten tijd treedt voorts de bestrijding van snelvarend, ongepantserd
klein materieel (torpedomolorbooten) op den voorgrond. Dit materieel, dat
door zijn geringen diepgang als regel geen belemmering ondervindt van de
mijnversperringen en eventueele ondiepten, kan door zijn groote snelheid
(60 a 80 km per uur) gemakkelijk tot de reede of haven van de marinebasis
doordringen en aldaar met torpedoaanvallen groote schade aanrichten. Ter
bestrijding hiervan treedt licht, zeer snelvurend kustgeschut op den voor
grond. Toepassing vinden dan ook z.g. geschut-automaten met een kaliber
van 4 a 5 cm (voorzien van pantser- en springgranaten)Zij worden in
verband met het beperkte werkirjgsbereik (practisch 3000 a 4000 m) opgesteld
bij de haveningangen of ter bestrijking van nauwe toegangsvaarwaters. Met
het oog op hun taak is een groot schootsveld vereischtopen opstellingen,
voor zoover mogelijk door front-, zij- en rugweren beveiligd, zijn hierbij
aangewezen. (N.B. De luchtdoelautomaten van zwaarder kaliber (ld.geschut
van 2040 mm) is door zijn constructie, bij een eventueele opstelling aan
de kust tevens geschikt voor de bestrijding van evenbedcelde T.M.booten
als neventaak. Hoewel aan de toewijzing van een tweeledige taak uit
tactisch oogpunt nadeelen zijn verbonden, zal vooral als plaatselijk niet
over veel middelen kan worden beschikt een zoodanig gebruik voordeelen
kunnen bieden v. G.)
Als algemeene regel geldt, dat voor de kustverdediging uitsluitend pivot-
geschut aangewezen is, hetzij gemonteerd op een gew. beton emplacement,
hetzij uitsluitend bij het lichte en middelbare geschut op verplaatsbare
kruisaffuit. Daar men als regel met groote en snelle zijwaartsche ver
plaatsingen van de doelen heeft te maken, welke aanzienlijke doorzeiling-
correcties vereischen, is geschut op radaffuit als kustgeschut minder
bruikbaar.
Aangezien het opruimen van de mijnversperringen als een voorafgaande
actie tot het forceeren van de toegangsvaarwaters tot de basis, veelal bij