1112 en Grijns meende, dat hiermede de sluier over deze ziekte was weggenomen, de ervaring heeft anders geleerd. Niet zelden bleek het, dat ondanks een goede voeding, rijk aan vitaminen-B, beri-beri zich kon manifesteeren, terwijl anderzijds de practijk meermalen uitwees, dat niet elke beri-beri- lijder met een vitaminen-rijk diëet genas. Het artikel van Prof. Schretzenmayr is een zeer belangwekkende publicatie, daar het op duidelijke wijze aangeeft, welke factoren een rol spelen bij het uitbreken eener beri-beri, terwijl het tevens, op grond van de nieuwste ontdekkingen op het gebied der vitaminenleer, de middelen aangeeft waar mede de ziekte kan worden voorkomen. De auteur gaat bij zijne beschouwingen uit van de waarnemingen, welke hij in de Interne kliniek van de militair-medische Academie te Canton deed bij 296 beri-beri-patiënten en grondt zijne conclusies mede op de uitkomsten der nieuwste wetenschappelijke onderzoekingen. Deze 296 patiënten kwamen in een tijdsverloop van ruim 16 maanden onder zijn behandeling op een totaal patiënten-aantal van 718niet minder dan 41,2 der klinisch-verpleegde Chineesche militairen leed dus aan beri-beri en niet ten onrechte merkt de schrijver op, dat dit groote aantal aanleiding moet zijn om ons alles wat bekend is omtrent diagnose, behandeling en prophylaxis der beri-beri, ten nutte te maken bij de bestrijding van deze uit sociaal en militair oogpunt zoo gewichtige ziekte. Na een overzicht te hebben gegeven van den gang der vitamine-onder zoekingen uit de laatste decennia, stelt de schrijver op den voorgrond, dat men nog steeds te veel geneigd is het optreden van beri-beri te wijten aan een onvoldoenden toevoer van Bi-vitaminen-bevattende voedingsstoffen en dat meestal te weinig aandacht wordt besteed aan het verbruik dezer edelstoffen door het organisme. Het Bi-verbruik, zoo betoogt hij, is niet van constante grootte, zcoals bij andere vitaminen, doch hangt af van een grcot aantal factoren. In de eerste plaats bestaat natuurlijk het normale minimum-verbruik, doch bovendien neemt het verbruik toe door: vermeerderde koolhydraat- stcfwisseling, koorts, verhooging der buiten-temperatuur, lichamelijken arbeid, verhoogde stofwisseling, zwangerschap en lactatie1). Wanneer nu of de vitamine Bi-toevoer ophoudt of gering wordt öf het verbruik door de genoemde omstandigheden toeneemt, breekt beri-beri uit. Zooals gezegd wordt door Pref. S. sterk de nadruk gelegd op de laatst genoemde factoren en aan de hand van een aantal voorbeelden licht hij dit nader toe, waarbij hij gelegenheid heeft op te merken, dat blijkbaar een groot aantal soldaten in gewone omstandigheden leeft aan de grens eener manifeste beri-beri. Op dit feit kan niet genoeg met nadruk worden gewezen, aangezien immers het bestaan eener latente beri-beri niet gemakkelijk kan worden aangetoond. Schrijver's nadrukkelijk betoog, dat de prophylaxis der beri-beri in het middelpunt der belangstelling moet staan, verdient alle aandachthet verhoeden van infectieziekten, de bestrijding van malaria en wormziekten, het zco gering mogelijk maken van klimaatsinvloeden, zijn voor een leger niet alleen op zichzelf van belang, doch zeer zeker ook uit een oogpunt van beri-beri prophylaxis. Daar de factor van ver hoogden lichamelijken arbeid inhaerent is aan oorlogsverrichtingen, is het B,-verbruik te velde zonder meer hooger dan normaal en het gaat er dus om, alle andere factoren zoo gering mogelijk te maken. De eerstgenoemde verbruiks-factor", nl. die der verhoogde koolhydraat stofwisseling, wordt uitvoerig besproken, daar hij een zeer bijzondere beteekerJs heeft. Het Bi-vitamine is nl. een onontbeerlijke stof bij de suiker-verbranding in ons organisme, speciaal bij die in de zenuwen en in Bij deze opsomming worden psychische moeilijkheden gemistin de Nederlandsch-Indische literatuur zijn hieromtrent wel msdedeelingen gedaan, doch het dient gezegd, dat op dit punt weinig zekerheid bestaat. Red.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 95