1216 Artikel i. (1) Bij het Koninklijk Nederlandsch-Indische Leger kan door niet- Europeanen een kort dienstverband worden aangegaan. (2) Deze verbintenis wordt gesloten voor dertien jaren, waarvan gedurende de eerste drie jaren of zooveel korter als de Leger commandant noodig oordeelt in actieven dienst onder de wapenen wordt verbleven, en met de verplichting om in aansluiting op dezen eersten actieven diensttijd, na met groot verlof te zijn gezonden, den resteerenden tijd van het dienstverband als reservist ter beschik king te blijven. (3) De reservisten zijn veiplicht a. na bekomen oproeping of aanzegging ten hoogste zes maanden voor het doorloopen van herhalingsoefeningen onder de wapenen te komen en wel in het 4e t/m het 8e, alsmede in het 11e dienst jaar, te rekenen van het ingaan van de verbintenis af, telkens al of niet aaneensluitend gedurende ten hoogste één maand b. indien de eerste actieve diensttijd korter heeft geduurd dan drie jaren, voor elk vol jaar dat die diensttijd korter heeft geduurd boven de onder a genoemde herhalingsoefeningen nog een herha lingsoefening gedurende ten hoogste één maand - al of niet aan eensluitend te doorlocpen, eveneens na bekomen oproeping of aanzegging, en wel in het 3e of in het 2e en 3e dienstjaar c. in geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden, ter beoordeeling van den Gouverneur-Generaal, bij de eerste aanzegging, zich onverwijld bij hun korps te melden, ten einde in werkelijken dienst te worden hersteld en, met inacht neming van den duur der verbintenis, in dienst te blijven, zoolang als zulks noodig zal worden geacht d. van elke adresverandering, zoo noodig d.t.k. van het onder districtshoofd, aan den korpscommandant kennis te geven. Artikel 2. Den gouverneurs in de Vorstenlanden en den residenten elders wordt opgedragen in het belang der werving en aanneming van militairen met kort-verband naar him beste vermogen mede te werken en ook v.w.b. de naleving van deze regeling en de daarmede verband houdende nadere bepalingen van den Legercommandant, desgevraagd, alle mogelijke hulp te verleenen. Artikel 3. Behoudens de door den Legercommandant nader aan te geven eischen zijn de vereischten om tot een kort verband te worden toegelaten dezelfde als voor een gewone verbintenis, behoudens dat een leeftijd van niet jonger dan 18 en niet minder dan 23 jaar wordt gevorderd, en dat bij de beoordeeling van de physieke geschiktheid voor den militairen actieven dienst rekening wordt gehouden met het bijzondere karakter van de verbintenis. Artikel 4. (1) De dienstvoorwaarden bij verblijf in actieven dienst der onge- gradueerde kort-verband-militairen zijn overigens z.v.m. gelijk aan die van de militairen met een lang dienstverband, m.d.v. dat geen huwelijksvoordeelen en geen soldij verhoogingen worden toegekend.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 100