1219 (2). Aan de reservisten wordt maandelijks een toelage toegekend van 1.50. (3). Deze toelage gaat in met de maand volgende op die, waarin de reserveplicht aanvangt en wordt uitbetaald op een door den korps commandant te bepalen wijze aan het einde van elk kalenderhalfjaar, dan wel bij opkomst voor herhalingsoefeningen. De toelage blijft behouden gedurende den tijd, dat de man voor herhalingsoefeningen onder de wapenen is. (4). Bij opkomst in werkelijken dienst in buitengewone omstan digheden wordt deze toelage, aanvangende met den lsten van de maand volgende op die van opkomst, niet toegekend. (5). Bij niet nakomen van een der verplichtingen genoemd in artikel 1 van de regeling kan de in lid 2 bedoelde toelage door den korpscommandant worden ingehouden, gedurende een door dien korpscommandant vast te stellen tijd. (6). Voor de werving van kort-verband-militairen wordt geen aan- brenggeld te goed gedaan. E. Huisvesting. Artikel 8. (1). De kort-verband-militairen worden bij verblijf in werkelijken dienst in de mihtaire kampementen gehuisvest. (2). Zij ontvangen voor hun gezin geen huisvesting in de mili taire kampementen. (3). De gehuwde kaderaspiranten en het gehuwde kader genieten gedurende de eerste drie jaren actieven dienst een woningtoelage. F. Kleeding. Artikel 9. (1)De verstrekking van eerste uitrusting en vernieuwing (tegen verrekening van het kleedinggeld) heeft gedurende den actieven diensttijd plaats op de wijze, zooals voor de beroeps-militairen met lang dienstverband is vastgesteld. Bij aanstelling tot den titulairen of effectieven rang van n.Europeesch sergeant 2e klasse gelden de terzake voor het lang-verband-personeel bestaande bepalingen. (2). Bij vertrek met groot verlof worden de in beperkt eigendom verstrekte uitrustingstukken ingeleverd; de kleedingstukken worden medegenomen. De betrokken commandanten waken, dat laatstbedoelde goederen op vorenbedoeld tijdstip volledig aanwezig zijn tot de aan tallen als in het volgende lid vermeld op dit tijdstip wordt over die goederen inspectie gehouden. (3). De verplichte uitrusting der reservisten bestaat uit: 1 bamboehoed met kokarde, 1 bivakmuts, 2 veld jassen, 2 veldbroeken, 2 stel knoopen voor veldjassen, 2 tricothemden, 2 onderbroeken katoenen, 2 paar sokken, 1 sportbroek, 1 paar schoenen zeildoeksche met veters. Bovendien voor kader 2 stel (4 stuks) lissen voor veldjassen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 103