nationalisten in hun strijd tegen de Engelschen, waarbij zij zelfs zoo ver gingen de voor-oorlogsche verdragen en de Perzische schulden aan de Tsaristische regeering te annuleeren. Aldus ontstond weer een zekere mate van evenwicht in de overheer- sching van Perzië. De Perzische nationalisten hadden middelerwijl steun gezocht en gevonden bij Risah Khan, den commandant der Kozakkenbrigade. Dit leidde den 21en Febr. 1921 tot een staatsgreep, waarbij Risah Khan de hoofdstad Teheran bezette en de zwakke regeering, die juist nieuwe verkiezingen had uitgeschreven om het ontwerp ver drag met Engeland er toch nog door te halen, werd afgezet. De zelfde maand nog kwam het Russisch-Iransch verdrag tot stand, dat, onder verbloeming van de uiteindelijke Sowjet-wenschen, hulp bood tegen elke imperialistische inmenging van vreemde machten. Het had voor Iran het ontegenzeggelijke voordeel, dat het daadwerkelijke hulp bood op het oogenblik, dat de volkomen overheersching van het land door de Engelschen onafwendbaar scheen. Het gevolg is dan ook geweest, dat reeds den 8en Maart 1921 Risah Khan het Engelsch-Perzische verdrag van 1919 kon verwerpenwelk eenzijdig besluit Engeland zonder meer moest slikken, zoodat in Mei van dat jaar de laatste Britsche troepen het Iransche territoor verlieten 1). Hiermede had Iran zijn sou ver einiteit herwonnen. In 1923 wend Risah Khan minister-presidentmaar het top punt van zijn macht kwam eerst later toen hij zich verzoende met de geestelijkheid en in 1924 een pelgrimstocht maakte naar de Sjiïtische Heilige Stad Kerbela. Kort daarop volgde in 1925 een tweede staatsgreep en werd de Kads jaren-dynastie ten val gebracht. Onder den naam van Risah Pahlewi werd de oude Kozakkenleider Sjah van Iran en hij is het nog. Wat Risah Sjah in dezen korten tijd heeft weten tót stand te brengen in het land, dat wij in de studie Waszmusz schetsten, grenst aan het ongelooflijke. Anarchie en separistische neigingen in de grensgebieden heeft Risah Sjah met de wapenen bestreden en al de afzonderlijke Sjaichs en Wali s aan de centrale regeering onderworpende laatste was de, door Engeland financieel gesteunde, Sjaich van Mohammerah, het pipe-line gebied van Sjoetsjtar naar Abadan. Sjan Risah beschikt nu over een goed uitgerust en geoefend leger van 80.000 man, benevens over een gendarmerie van 12.000 man. Ook is een vloot in wording; uit Italië zijn eenige kanonneer- 1126 Ter teekening van den toestand merken wij nog op, dat in 1929 het .anden en overvliegen door Engelsche vliegtuigen van Iransch gebied vrij- wel onmogelijk werd gemaakt. Terwijl Air France en K.L.M. ongestoord over Boesjair en Djask naar Karatsji vliegen, maken de Imperial Airways van Basra een omweg over Bahrein en Sjariah (Omankust) naar Karatsji. Dit illustreert beter dan elk vertoog de onderlinge verhouding

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 10