1225 Vervolgens gaat S. de tactische mogelijkheden na. Veel succes is te verwachten van aanvallen op vij. vliegvelden. Bij het vallen van den avond of tij het dagaanbreken werden valschermafdn. neergelaten, die bezit nemen van het vij. vliegveld deze actie wordt gevolgd door een landing van luchtinf. Zoowel tijdens de vlucht als na bezetting van het vliegveld meet veel aandacht worden besteed aan de verdediging tegen vij. vlgn. Een tweede gebruiksmogelijkheid is de „enveloppement vertical", waarbij aan de grondtroepen de voorste en aan de luchttroepen de daarachter gelegen doelen als aanvalsobject worden aangewezen. Zelf moet men ook steeds met dergelijke acties van den vij. rekening houden en daarvoor reserves afzonderen, waarvoor gemot, eenheden en cav. zich het beste leenen. Tijdens de vlucht is beveiliging door jacht- en bombardementsvlgn. noodig. De voorhoede wordt gevormd door de valschermtroepenzij bezetten en zuiveren het landingsterrein en organiseeren den eersten weerstand tot de luchtinf. komt. d. V. Infanterie. Organisatie. Volgens M.W., 1938, nr. 11 bepleit Liddell Hart in de Times van 20 Aug. een inkrimping van de Eng. inf. gp. (verg. I.M.T. nr. 11, blz. 1099). S. beschouwt genoemde gp. slechts als lt.mitr.orgaan en wenscht als crite rium voor de sterkte niet te zien gesteld „de gp. is het grootste aantal man schappen, dat nog door één aanvoerder gedurende het geheele gevecht kan worden geleid", doch „de gp. is het kleinste aantal manschappen, dat een lt.mitr. daadwerkelijk kan bedienen". Uit de aldus vrijgemaakte manschappen wenscht S. afzonderlijke gpn. te vormen, die normaal aan de bat.res., bij uitzondering aan de cies.res. en slechts in bijzondere omstandigheden (nacht, nevel) aan de tpn. in voorste lijn zullen worden toegevoegd. In M.W. 1938 nr. 11 wordt dcor een ongenoemden S. een reorganisatie van de D. sie. inf. in twee halfsien. voorgesteld n.a.v. de artikelen Angriffs- schema eines Schützenzuges in M.W. 1938 nrn. 5 en 10 (zie I.M.T. nr. 10, blz. 994 en I.M.T. nr. 11, blz. 1099). S. geeft aan, dat, welke verschillen de beide schema's ook mogen vertoonen, het vormen van een „Feuerschwer- punkt" in beide tot uiting komt, terwijl eveneens beide schema's vuurkracht en stootkracht naast elkaar stellen. Toepassing van dergelijke schema's, welke S. practisch oordeelt, leidt naar zijn meening tot tweeïndeeling van de inf. sie.. S. denkt zich de samenstelling als volgt Halfsie. It.mitm. Cdt. met 4 ordonnansen, 4 lt.mitr.gpn. a 1 cdt., 3 man bediening en 1 of 2 geweerschutters (hierbij ook de ev. ingedeelde lt.g. werper) Halfsie. schutters. Cdt. en 3 of 4 gpn. geweerschutters, elk onder een o.o.. S.'s motieven betreffen in hoofdzaak de aanvoering. Hij betoogt, dat het vermen van een „Feuerschwerpunkt" bij den av. alleen gewaarborgd is bij éénhoofdig co. van de lt.mitr.gpn. Bij het terreinwinnen behoeft de gp.cdt. zich niet het hoofd te breken met den wisselenden inzet van vu. en bewegingde schuttersgpn. hebben slechts als taak, onder dekking van het vu. der halfsie. lt.mitrn., den vij. zoo dicht mogelijk te naderen. Bij de vdd. kunnen de gpn. (ook de schuttersgpn.) zelfstandig in weerstandskernen worden geplaatst, zooals ook bij de huidige org. geschiedt. Worden echter de schuttersgpn. bijeengehouden voor een tegenstoot, dan komt het groote voordeel der voorgestelde reorganisatie volgens S. tot uiting de stoot kan onder eenhoofdig co. (cdt. der halfsie. schutters) worden uitgevoerd met bij elke gp. haar eigen cdt. terwijl bij de huidige org. laatstgenoemde cdt. „half aan zijn schutters, half aan zijn, elders opgestelde, lt.mitr. hangt".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 111