1235 De voor een landing in aanmerking' komende kuststrooken worden v.w.b. de meest belangrijke gedeelten rechtstreeks beschermd door troepen aan de kust, uitgerust met veel automatische wapens en pantserafweergeschut voor het overige wordt de kust bewaakt. Voor de verdediging van de kust en van de landgrens in het noorden, zijn totaal beschikbaar 3 Divn. D.R.A. (Defence Rifle Associations), bestaande uit vrijwilligerkorpsen, ter sterkte van rond 60.000 man, terwijl voor de kustverdediging in het bijzonder bovendien zullen worden gevormd 3 brigades (rond 10.000 man) „Special D.R.A." (vrijwilligerkorpsen)hoofdzakelijk voor de bediening van aan de kust op te stellen automatische wapens en pag. Overigens wordt de kust op indirecte wijze verdedigd door de mobiel uitgeruste „Field Forces", bestaande uit beroepsmilitairen (3 Divn. met hulpwagens en diensten, totaal rond 67.000 man), zooveel mogelijk gemoto riseerd en gemechaniseerd als met de terreinsomstandigheden, het wegennet a.a. overeen is te brengen. Ad. landgrensverdediging Door de geografische gesteldheid van het gebied aan de landgrens in het noorden van de Unie (doorsneden, wegenarm terrein, bedekt met bosch en opgaand kreupelhout) wordt de verdediging hiervan gezocht in z.g. „bush-troops"gevormd uit eerdergenoemde D.R.A.-Vrijwilligerkorpsen, in zeker opzicht te vergelijken met onze „garnizoensinf." in de buitengewesten. Deze „bush-troops" zijn uitgerust en bewapend voor den z.g. „kleinen oorlog", zijn zeer beweeglijk in het terrein en selfsupporting (gedragen treinen, waarbij ingedeeld gekleurde mankracht voor handlangers- en dragers-diensten). Deze eenheden zijn slechts uitgerust met lichte auto matische wapens, daar de gesteldheid van het terrein zich niet leent voor indeelir.g van artillerie en gemotoriseerde of gemechaniseerde eenheden. Wanneer de vij. er gebeurlijk in mocht slagen door het „bush"-gebied aan de noordgrens door te dringen, dan treden de reeds eerdergenoemde, mobiele „Field Forces" in actie, terwijl de „bush-troopes" op de verbin dingen van den vij. blijven ageeren. Wat de luchtverdediging .en de luchtbescherming betreft, is Min. Pirow van oordeel, dat zulks in de eerste plaats op indirecte wijze dient te geschieden door het tijdig aangrijpen van den over zee naderenden vijand met shore- based" (land) bommenwerpers. Ten einde m.h.o. op de uitgestrektheid van het kustgebied een snellen inzet mogelijk te maken overal waar gevaar dreigt, acht de Min. landbommenwerpers met een grooten actieradius nood zakelijk met de Br. Regeering zijn reeds de noodige besprekingen gevoerd t.a.v. de bij oorlogsgevaar door de Royal Air Force beschikbaar te stellen luchtstrijdkrachten. Voer het overige acht men slechts de belangrijkste havensteden voor een rechtstreeksche luchtverdediging met afweermiddelen op den grond in aanmerking komen. In het binnenland acht de Min. de nederzettingen zoodanig verspreid gelegen, dat luchtaanvallen daarop voor den vij. niet loonend zullen zijn een rechtstreeksche beveiliging van deze objecten tegen luchtaanvallen wordt deswege niet urgent geacht. Dezelfde beginselen acht Min. Pirow mede van toepassing op de beschermingsmaat regelen tegen gasgevaar. Ook de Staatsmobilisatie zal krachtig ter hand worden genomen. Belang rijke kredieten zijn uitgetrokken voor uitbreiding van het spoorwegnet met strategische lijnen en uitlaadplaatsen, en verbetering van het wegennet, terwijl voorts de daarvoor in aanmerking komende bedrijven een staats subsidie zullen verkrijgen om hun fabrieken zoodanig om te bouwen, dat zij bij oorlogsgevaar snel op de oorlogsindustrie zullen kunnen worden omgeschakeld. v. G.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 121