1240
Hoojdstuk VI geeft een. overzicht van de chemische middelen, welke het
mosterdgas vernietigen en worden toegepast in den vorm van waterige
oplossingen, zalven en poeders. Vele van deze middelen zijn onbruikbaar
en kunnen zelfs de huid aantasten. Merkwaardig is ook dat chloorkalkbrij,
die jarenlang door de Duitsche onderzoekers Muntsch en vele andere auteurs
als „ontsmettingsmiddel" is aanbevolen, voor dat doel niet geschikt is.
Een minutieuze beschrijving der afwijkingen en een aantal foto's, waarvan
ook enkele bij menschen, toonen aan, dat aan- de toepassing van chlcor-
kalkbrij ernstige nadeelen zijn verbonden.
Tegen de toepassing van chloorkalkbrij is voor het eerst gewaarschuwd
in een zeer recente publicatie van Schwarz in Protar 1937, terwijl ook
Muntsch in den laatsten tijd het middel schijnt te hebben verlaten. Waar
de onderzoekingen van Visser blijkbaar reeds dateeren uit het jaar 1934,
komt hem echter de eer toe de eerste te zijn geweest, die aan de deugde
lijkheid van chloorkalkbrij als ontsmettingsmiddel heeft getwijfeld, en aan
dien twijfel bestaansrecht heeft gegeven door een aantal experimenten.
In de slotbeschouwingen komt de schrijver tot de conclusie dat voor de
toepassing als ontsmettingsmiddel vooral een mengsel van caporiet-magnesia,
waarvan het percentage werkzaam chloor 23%15 bedraagt, aanbeveling
verdient.
Misschien dat ook enkele nieuwere chloramine-praeparaten toepassing
kunnen vinden, mits aangewend als droog poeder en niet, zooals de voor
schriften aangeven, als waterige brij. Merkwaardig is voorts dat triseptol
e.a. chloorkalk-praeparaten minder goed voldoen en dat magnesiumoxyde
betere resultaten oplevert dan talk en andere poeders.
Ons oordeel over deze studie samenvattend komt allereerst een woord
van lof toe aan de redactie-commissie, die zich met de uitgave der „mede-
deelingen" heeft belast. Het is, nu men met publicaties op het gebied der
gasbescherming als het ware wordt overstelpt, o.i. goed gezien ook de
onderzoekingen uit de gaslaboratoria van het K. N.-I. L. aan de openbaarheid
prijs te geven en onder het bereik te brengen van allen, die voor deze
vraagstukken belangstelling koesteren.
De „mededeelingen" zullen dan cok in een behoefte voorzien en verdienen
een ruime verspreiding ook buiten het leger.
Groote waardeering zal een ieder, die dit boekje in handen krijgt, gevoelen
voor de buitengewone objectiviteit, de nauwkeurigheid en het geduld van
den schrijver, die niet heeft verzuimd het vraagstuk van alle denkbare
zijden te bezien en ten slotte zijn bescheiden conclusies trekt, welke zonder
eenige pretentie in de laatste alinea's van zijn uitvoerigen arbeid als vclgt
zijn weergegeven
„Zooals uit het voorafgaande blijkt, hebben deze onderzoekingen uit
sluitend betrekking op het verwijderen van het nog vloeibare mosterdgas
van de huid en is het niet de bedoeling geweest aan te geven, dat de
ontsmetting met caporiet-magnesia de uitsluitende behandeling is. Wel
trachtten wij duidelijk te maken, dat aan iedere verdere behandeling, het
volkomen verwijderen van de blaartrekkende vloeistof vooraf dient te
gaan en dit kan zonder gevaar voor uitbreiding geschieden door het af
wrijven der besmette lichaamsoppervlakte met een mengsel van 1 deel
versche caporiet en 2 deelen magnesiumoxyde".
De stijl van het werkje is, zooals wij van den schrijver gewend zijn, uit
stekend verzorgd, het foto-materiaal van het Medisch Gaslaboratorium heeft
zijn sporen reeds verdiend en is ook thans weer „up to date". De Top. dienst
heeft de uitgave zeer goed en op economische wijze verzorgd. De duidelijk
heid der cliché's laat niets te wenschen over.
Een ieder, die belangstelling heeft voor het gasvraagstuk, wordt' aan
geraden zich het boekje aan te schaffenin de eerste plaats degenen,
die in het bezit zijn van Deel III van het Handboek voor den Officier