zijn raadsman was nog niet duidelijk, en van den aanvang af blijk baar niet in overeenstemming met de wenschen des volks. Want reeds in Mei 1920 brak een opstand uit tegen den mandataris de-facto Engeland, welke 6 maanden duurde, en waarvoor Engeland eigenlijk toen reeds heeft moeten capituleeren. De toestand scheen te verbeteren toen Iran een koning kreeg in den persoon van Faisoel, die zoo juist door generaal Gouraud uit Damascus was verdreven. Na zijn vlucht was Faisoel via Haifa en Italië naar Engeland gegaan om zich daar te beklagen over zijn lot. Zijn vele Engelsche vrienden ondersteunden hem, zoodat de Koloniale Conferentie van Kaïro x) kon bepalen, dat ex-koning Faisoel van Syrië als troonpretendent naar Irak zou gaan, en, als de bevolking hem als vorst zou wenschen, hij op den vollen steun van Engeland kon rekenen. Sir Percy Cox, die toenmaals den mandataris in Bagdad vertegenwoordigde, liet nu Said Talib, die Minister van Binnenlandsche Zaken was in de voorloopige regee ring en die zeer stellig tegen de troonsbestijging van een van Hoe- sein's zonen gekant was, deporteeren, waarop alles verder glad verliep. Het plebisciet werd krachtig voorbereid door miss Ger trude Lowthian Bell, een van Engeland's succesvolle agenten in Arabië, die alle sjaichs persoonlijk en in hun eigen dialect toe spraak en hun instemming met de koningskeuze verwierf. In Juni 1921 kwam Faisoel in Basra aan „while the so called plebiscite to ascertain the views of the „people of Iraq shortly afterwards confirmed mr. Churchill's „view that Faisal would be an ideal King for the mandated „territory." (Philby. Arabia. Biz. 280). Den 23en Augustus besteeg Faisoel den troon en al deed hij alle moeite om Engeland ter wille te zijn (petroleum!), toch werd de verhouding van zijn volk tot den mandataris steeds slechter. Dit bracht Engeland er toe om het mandaat op te geven (1932 van kracht) en het te vervangen door het verdrag van 30 Juni 1930. Volgens dit verdrag worden aan Engeland steunpunten voor zijn luchtmacht en voor zijn luchtlijn naar India verzekerd, en wordt een zekere controle aanvaard op de buitenlandsche politiek. Al hadden dus de nationalisten in Irak wel iets bereikt, politiek zelfstandig werd het land bij het verdrag van 1930 allerminst. Faisoel's populariteit in Irak verminderde met den dag. Hij bracht als verdragspartner in Juni 1933 een officieel bezoek aan den Ko ning van Engelandwaar hij werd ontvangen met een praal, welke de Franschman „un peu trop" zou noemen. Zijn volk zag hem niet levend weder. Op zijn terugreis in Bern overleed hij plotseling den 7en September 1933 op 50-jarigen leeftijd hij werd opgevolgd door zijn 20-jarigen zoon Ghazi. b Zie I.M.T. 1938, Nr. 1, blz. 15 e.v. 1128

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 12