1244 roer in handen nam, wist hij de Grieken als door een wervelwind uit Klein- Azië te verdrijven en vele van de ongunstige vredesvoorwaarden ongedaan te maken den naam Gazi overwinnaar verdiende hij dan ook ten volle. Kemal Ataturk, toen nog Kemal Pasja, was echter niet alleen een succesvol veldheer doch ook een goed staatsman hij heeft Turkije meer gegeven dan het de laatste eeuw bezateen eervolle plaats in de rij der volken. Tegen dezen achtergrond wacht zijn tot president verkozen generaal en trouwen medewerker Ineunu een zware taak. Het koloniale vraagstuk had wederom 's wereld's belangstelling. Zoo verklaarde Hitier, dat de teruggave van de vroegere Duitsche koloniën geen oorlogsaangelegenheid was, doch rechtsherstel en vergemakkelijking van de internationale samenwerking beduidde. Hij kon dan ook weinig belangstel ling hebben voor de plannen van den Z.-Afrikaanschen minister Pirow, die Europa rondreist met een voorstel dat ten koste zal gaan van Portugal en België en geen teruggave van het voormalige Duitsch Z.W.-Afrika inhoudt. Niet alleen de genoemde landen doch ook Frankrijk verklaarden reeds, niet voor het plan te voelen. Aan den vooravond van de te Lima te houden achtste Pan-Amerikaansche conferentie deelde president Roosevelt in een rede mede, dat de verdediging van het Amerikaansche vasteland niet alleen doelde op de Ver. Staten en Canada, doch mede op de Zuid-Amerikaar.sche staten. De betrokkenen zijn het hiermede kennelijk niet geheel eens de tijd van een Amerikaansche hegemonie is voorbij. In Argentinië en Chili voelt men weinig voor een Groot - Amerikaansch blok er zijn teveel banden, die deze landen met Europa bin den. Terecht vraagt men zich daar dan ook af, of de voorgestelde Ameri kaansche „Volkenbond" wel levensvatbaarheid heeft ook de te Genève opgedane ervaringen stemmen tot nadenken. Zoo verklaarde Noorwegen hier, in den vervolge een politiek van strikte neutraliteit te zullen volgen en alleen m.h.o. op arbeid van den bond op niet- politiek gebied daarvan lid te blijven. Japan sneed ook deze laatste banden door volgens de telegrammen breken theoretici het hoofd over de vraag, hoe het nu met de Japansche mandaateilanden moet. Japan maakt zich echter over de oplossing van dit vraagstuk geen zorgen de regeering gaf op 3 November, den geboortedag van keizer Mutsuhito, den grondlegger van het huidige rijk, de lang verbeide verklaring uit. Nieuw was daarin feitelijk slechts, dat niet meer werd gesproken over Japan doch over O.-Azië uiter aard met Japan aan het hoofd. Mansjoekwo en China op zekere voorwaar den zelfs de Kwo Min Tang zijn deelgenoot van het „systeem" waarvoor „waardeering op behoorlijke wijze" wordt gevraagd. De Westersche mogend heden reageerden niet direct, doch wel werd er in verschillende buitenland- sche bladen de aandacht op gevestigd, dat de tijd niet ver meer zal zijn, dat Frankrijk, Engeland, Du.itschland en Italië het zullen betreuren, geen aan eengesloten front te hebben gevormd. Van Engelsche, Amerikaansche en Fransche zijde werden protesten inge diend over de belemmeringen van den handel in China de beantwoording hiervan was een van de eerste taken van den nieuwen en tevens oud minister van buitenlandsche zaken Arita. Zijn Amerikaansche collega Cordell Huil noemde het antwoord, waarin een herziening van het Negen Mogendheden Verdrag a.h.w. werd aangekondigd, onbevredigend. De Engelsch-Japan- sche besprekingen schijnen te zijn beëindigd zonder tot resultaten te hebben geleid. De mededeeling, dat een bezetting door Japan van Hainan geen schending zou beteekenen van het verdrag van 1906 nopens het handhaven van den status quo in Z.-China, was al evenmin geschikt voor het verbe teren van de betrekkingen met Frankrijk. Maar Japan heeft er blijkbaar geen behoefte aan op goeden voet te staan met deze drie mogendheden, dien het gebrek aan begrip verwijt, doch die Japan maar al te goed begrijpen het gaat zijn eigen weg. Zelfs zeide de onderminister van oorlog, dat een oorlog met Rusland onvermijdelijk was. Voorts werd na den val van Hankou verklaard, dat de strijd met China nog een inspanning van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 130