de Wajorivlakte (10.000 ha), de Prafivlakte (15.000 ha) en de Miei- en Wosimivlakten. De Vogelkop stemt dus wel hoopvol. Het is wel zeker dat de landbouwkundige exploitatie voor de naaste toekomst zich tot deze streek zal beperken. De Geelvink baai kan nog van belang worden voor de winning en uitvoer van door de Inlandsche bevolking gewonnen bosch- (bij-) pro ducten, waarvan copal het belangrijkste is. Het Boschwezen schijnt zijn interesse in die richting te zullen uitoefenen. Is men op landbouwgebied van particuliere zijde nog huiverig om in Nieuw-Guinea te beginnen, de activiteit welke van deze zijde voor den mijnbouw aan den dag wordt gelegd stemt tot voldoening. We hebben hiervoor bij „de exploratie van Nieuw- Guinea" reeds gememoreerd het groote aandeel, dat de N.N.G.P.M. en de N.V. Mijnbouw Mij. N.G. hebben in de verkenningen, welke thans hier worden verricht. Laatstgenoemde maatschappij, die voornamelijk exploreert in de diepe binnenlanden, welke nog niet daadwerkelijk onder ons gezag zijn gesteld, wordt op haar tochten beschermd door eenige brigades infanterie. Na de explo ratie van de bovenloopen van de Lorentz- en Eilandenrivier, wordt nu het Moejoegebied van Tanah Merah uit verkend. Voor beide maatschappijen bestaat goede hoop, dat de exploratie eerlang in exploitatie kan overgaan. De N.N.G.P.M. is reeds tot proef boringen overgegaan, o.a. een diepte-boring (2 a 3000 m) benoorden Tg. Sele en tusschen Sorong en het Amaroemeer. Ondiepe boringen (50 a 500 m), welke van geologisch-informatieven aard zijn, worden er talrijk verricht. 9. DE WETENSCHAPPELIJKE BELANGSTELLING VOOR NIEUW-GUINEA VAN NEDERLANDSCHE ZIJDE. Het Nieuw-Guinea comité, het Molukken-instituut en de Nieuw-Guinea studiekring van het Molukken-instituut zijn de drie lichamen, welke de belangen van Ned.-N.-Guinea behartigen. Het Nieuw-Guinea comité bestudeert de verbetering van de bestuursvoering en van den economischen toestand, geeft daar omtrent adviezen aan de Regeering en tracht verschillende lichamen (Kon. Ned. Aardr. Genootschap, Indisch comité voor Wetenschappelijke onderzoekingen e.a. wetenschappelijke instel lingen) tot samenwerking te brengen voor het ondernemen van exploraties. Het comité telt ongeveer 50 leden (gewezen bestuurs ambtenaren en officieren, mijningenieurs, groote Indische onder nemingen enz.) en is voor een werkplan van verscheidene jaren opgericht. Het lidmaatschap wordt verkregen op uitnoodiging. Voorzitter is de oud-Gouverneur-Generaal Mr. D. Fock, secre taris Dr. W. C. Klein. Het Molukken-instituut is een hulpinstituut van de Kon. Vereeniging Koloniaal Instituut te Amsterdam. Het verzamelt 1134

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 18