gegevens over de Molukken, dus ook over het administratief daarbij behoorende Nieuw-Guinea. Deze gegevens worden over het algemeen gedrukt verspreid. Men is thans bezig met het uitgeven van een standaardwerk „Nieuw-Guinee", waarvan reeds twee van de drie deelen zijn verschenen, en waarin alles is en wordt verzameld, dat tot den huidigen dag over Nieuw-Guinea bekend isbij ieder onderwerp wordt een uitgebreide literatuur lijst gevoegd, zoodat de belangstellende lezer, indien hij aan de compilatie niet genoeg heeft, weet waar hij de gedetailleerde en uitvoerige gegevens kan vinden. Het Molukken-instituut telt slechts weinig leden. De Nieuw-Guinea studiekring van het Molukken-instituut is een Vereeniging waarvan een ieder lid kan zijn (minimum contributie 2.50 per jaar, er zijn ongeveer 450 leden), vrijwel alle personen, die door eigen aanschouwing of studie over gegevens van Nieuw-Guinea beschikken zijn in dezen kring vereenigd. Men laat sprekers optreden, met onderwerpen over Nieuw-Guinea, teneinde de belangstelling voor dit eiland te verlevendigen. Bovendien wordt een Nieuw-Guinea bibliotheek aangehouden. Het eerst- en het laatstgenoemde lichaam geven tezamen het tijdschrift „Nieuw-Guinea" uit, waarin alle recente gegevens omtrent Nieuw-Guinea worden verzameld en vele actueele onderwerpen dit gebied betreffende worden behandeld. Vele gegevens, welke in deze artikelen zijn verwerkt, hebben wij uit vorengenoemd tijdschrift geput. 10. DE BUITENLANDSCHE BELANGSTELLING. Bij de behandeling van de exploratie in Nieuw-Guinea hebben wij reeds gezien, hoe buitenlandsche wetenschappelijke instel lingen zich menigmaal voor ons gebied hebben geïnterresseerd, zelfs weieens een expeditie onzerzijds hebben gestimuleerd. Het mag bekend worden geacht, dat zulks ook heden ten dage nog het geval is en dat thans de voorzitter van het Natural History Museum of New-York, Mr. Richard Archbold, na naar Hollandia te zijn gevlogen, thans van daaruit een wetenschap pelijke expeditie in samenwerking met een Nederlandsche groep leidt. Deze expeditie onderzoekt de flora en fauna van het uit gestrekte gebied tusschen de Idenburgrivier en het Oranje gebergte. De belangstelling van het buitenland heeft zich echter reeds sinds jaren niet alleen tot het wetenschappelijke terrein beperkt. Was onze eerste vestiging te Merauke geen gevolg van den aandrang van Engelsche zijde om een eind te maken aan snel- tochten, welke zich over de grenzen in het Engelsche gebied deden gevoelen 1135

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 19