zin heeft het anders daar tal van versperringen in de rivier aan
te leggen, verdedigd door moderne batterijen van middelbaar
kaliber in moderne opstellingen, wanneer men die toch prijs
geeft, zoodra de aanvaller ernstig den aanval begint Het is niet
logisch. Het is hinken op twee gedachten. Wanneer men slechts
voet voor voet wil verdedigen, dan kan men volstaan met veld
kanonnen, dan bezigt men niet positiegeschut in vaste opstel
lingen.
Aangezien er geen reden is om aan te nemen, dat de Chineesche
legerautoriteiten niet bereid zijn een flinken prijs te betalen voor
het behoud van het zoo uiterst belangrijke drie steden complex
WuChangHanKowHanYang, moet men wel aannemen, dat de
bevelhebbers te kort schieten in militaire bekwaamheid. Er zijn
waarschijnlijk nog wel meer redenen, waarom de Chineezen niet
tot het uiterste weten stand te houden. Zoo beweert men, dat
nog steeds verschillende generaals trachten met politieke oog
merken hun divisies en legers te sparen. Ja, zelfs zou gene
raal ChiangKaiShih zelf met de gouvernementstroepen niet anders
handelen.
Doch ook al wisten de Chineezen stand te houden, dan was
daarmede HanKow toch nog niet gered, want eene redding zou
alleen mogelijk zijn door een succesvol tegenoffensief. En daar
valt niet op te rekenen. Zoo is dus HanKow gedoemd te vallen.
Het is slechts een kwestie van tijd. Steeds opnieuw zoeken
de Japanners de zwakke punten in de thans vrijwel aaneenge
sloten Cineesche linie, welke als een gordel de WuHan-steden
noord, oost en zuid omgeeft. Daardoor trachten zij tijd te sparen
en hun verliezen laag te houden. Zoo eenigszins mogelijk laten
zij daarom ook aan de marine en aan de vliegtuigen van land
en zeemacht over, den weg voor hun infanterie te banen. Aldus
kan het nog eenige weken duren voordat de Chineezen gedwongen
zullen worden HanKow te ontruimen. Met die ontruiming zal
inderdaad een belangrijk hoofdstuk in dezen oorlog zijn afge
sloten. Alle waarnemers wachten met spanning af, wat de Japan
ners daarna zullen doen.
Het is opvallend, dat de Japanners het gedeelte van China
ten zuiden van de lijn HanChow—WuHu (aan de JangTze), en
van daar af feitelijk alles wat ten zuiden van die rivier ligt,
ongemoeid hebben gelaten, behalve het eiland, waarop de stad
Amoy gelegen is, de spoorbaan HongKongHanKow en een
aantal eilanden langs de kust van CheKiang, Fu.Kien en Kwan-
Tung, waar naar het schijnt meestal vliegvelden zijn aangelegd.
Begrijpelijk is het, dat men zich afvraagt, of de Japanners
nu dit tot nog toe ongemoeid gelaten gebied zullen gaan bewer
ken. Indien zij zulks op de door hen gebruikelijke wijze zouden
1164