het den Japanners nog steeds niet gelukt is den Chineezen een
beslissende nederlaag toe te brengen, waarbij de Chineesche
weermacht zoo niet geheel, dan toch grootendeels zou zijn ver
nietigd, belet inderdaad niets den laatsten den strijd voort te
zetten. Wat de Chineezen tot nu toe opgeofferd hebben, is vooral
gebied. Daarbij is het administratieve gezag der regeering over
het rijkste deel van China verloren gegaan. De enorme landbouw
gebieden van HoPei, HoNan en der JangTze-vallei, de industrie
gebieden van ShangHai, WuSieh, HanKow, CanTon, met alle
verkeerslijnen en handelscentra en de geheele kustlijn. Dit ver
lies beteekent nochtans geen volle winst voor de Japanners. De
bevolking der landbouwgebieden, voorzoover die den oorlog
overleefd heeft, heeft enorme verliezen geleden, de fabrieken
zijn voor 90 verwoest, en de werklieden voor een groot deel
uitgeweken, in de handelssteden zijn alleen de allerarmsten achter
gebleven. Er zijn daar geen Chineezen meer over, die handel en
industrie kunnen herstellen. Bankiers, industrieelen, kooplieden,
het deel der natie, dat den meesten invloed op de regeering ten
gunste van den vrede kan uitoefenen, hebben alles verloren. Dit
is een reden te meer, waarom men niet verwachten kan, dat deze
strijd, die niet als een oorlog begonnen is, door een vrede kan
worden besloten. Tot de onmogelijkheid om tot vrede te komen
hebben de Japanners in niet geringe mate zelf bijgedragen door
hun verklaring van 16 Januari j.l., waarin zij te kennen geven
de regeering het régime noemen zij het van generaal Chiang-
KaiShih niet meer te erkennen. Daaruit is tevens het werkelijke
einddoel der Japanners tevens gebleken, n.l. het instellen van
eene nieuwe regeering over China, door hen, onder hen en voor
hen. De Nationale regeering, waarin generaal ChiangKaiShih zulk
een vooraanstaande rol speelt, dat hij als de ziel daarvan moet
worden beschouwd, moet dus verdrongen worden, uitgeroeid als
het kan. Aangezien evenwel de eenheid van het Chineesche volk
steeds hechter wordt, en alle, ook zijn felste politieke tegenstan
ders zelfs de communisten zich onvoorwaardelijk achter
hem scharen, waar de Nationale regeering naar het schijnt nog
over ruime geldmiddelen beschikt, en het Nationale leger nog
meer dan een millioen -wellicht 2 millioen soldaten telt met
krijgsvoorraden voor verscheidene maanden, is het practische
gevolg van dit niet-erkennen slechts, dat er in de oogen van de
Japanners geen staatsorgaan bestaat, waarmede zij vrede zouden
kunnen sluiten, en derhalve de oorlog nog jaren kan duren.
Er is zeer zeker een groot aantal machthebbers in Japan, dat
volkomen instemt met de woorden van Mr. Toshio Shiratori, den
nieuwen Japanschen gezant in Rome, gesproken op 27 October
j.l. woorden, welke niet door de Japansche regeering werden
tegengesproken ,,dat van China een tweede ManChuKwo moet
worden gemaakt". Japan, ManChuKwo en China één op militair
1171