ontbreken van een wettelijke basis, verschillende nadeelen, waarvan wel de voornaamste was de althans gedeeltelijke onbruikbaarheid in oorlogstijd. Voor mobiele administraties (o.a. die van het veldleger) zijn credieten, welke voor elke admi nistratie afzonderlijk worden geopend, en aan een bepaalde plaats (het vredesgarnizoen) zijn gebonden, onbruikbaar. Vandaar dat in oorlogstijd de veldlegeradministraties wederom onder de mandatenregeling zouden vallen, met alle nadeelen (het mede voeren van groote kassen, de moeilijkheid om in kleine binnen plaatsjes een groot mandaat te verzilveren, enz.) daaraan verbonden. Voorts opende de betalingsopdrachtenregeling de mogelijkheid tot fraudeeren, die haar oorzaak vond in de om standigheid, dat de kasboeken eerst na 4% a 5 maanden na het begin van het kwartaal den onderinspecteur bereiken, dan wel eens per halfjaar door dezen worden geïnspecteerd. Deze en andere overwegingen waren aanleiding, den opzet van de wijze van geldvoorziening nogmaals onder de loupe te nemen, waarbij de gedachte uitging naar cheques, zooals die overigens sedert 1 Januari 1938 voor de Koninklijke Marine in Indië waren ingevoerd, zij het dan ook, dat de voor het leger gedachte chèque- regeling alleen de chèques daarmede gemeen heeftde admi nistratieve voorschriften zijn n.l. geheel anders. Alvorens tot een nadere beschouwing van de chèqueregeling over te gaan, moge hier met een enkel woord gewag worden gemaakt van de zeer gewaardeerde hulp en medewerking, welke van de zijde van de Algemeene Rekenkamer, het Departement van Financiën, het Hoofdbestuur van den P.T.T.-dienst en niet in het minst van de Directie der Javasche Bank werd ondervonden, waardoor het mogelijk was, de invoering van de chèqueregeling voor geheel Indië binnen betrekkelijk korten tijd tot stand te doen komen. De Chèqueregeling. Sedert ultimo 1937 werd, zooals hiervoren reeds terloops vermeld, gezocht naar een voor oorlogstijd bruikbare wijze van geldvoorziening. Drie systemen werden globaal uitgewerkt, t.w.: 1een uitgebreide betalingsopdrachtenregeling 2. een credietbriefregeling 3. een chèqueregeling. Daarnaast zou een gedeeltelijke geldvoorziening door middel van mandaten blijven bestaan. De betalingsopdrachtenregeling zou met gedeeltelijke ont neming van haar locaal karakter van dienst kunnen zijn, maar de onmogelijkheid, om de betalingsopdrachten als „geld" te laten rouleeren, vormde een bezwaar. Verschillende schrijvers vestig den er reeds vroeger de aandacht op, hoe belangrijk het is, dat 1178

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 62