7. DE WAARDE VAN DE ZUURSTOFTHERAPIE BIJ
PHOSGEENVERGIFTIGING x)
door
Dr. J. VISSER,
Officier van gezondheid 2de klasse.
Inleiding.
Iedereen, die zich bezig houdt met de studie van de pathologie
en de therapie der gasvergiftigingen, weet dat bij de behandeling
van patiënten, die lijden aan een acuut toxisch longoedeem,
hetwelk in den minst gecompliceerden vorm optreedt na een
vergiftiging door phosgeen en diphosgeen, de inhalatie van zuivere
zuurstof een belangrijke plaats inneemt. In tegenstelling met deze
door de schrijvers van leerboeken en handleidingen verdedigde
opvatting, zijn de publicaties over de waarnemingen der klinici
en over de uitkomsten der laboratoriumproeven niet zeer talrijk
en niet in staat het nut van de zuurstofinhalatie overtuigend aan
te toonen. Nog minder in aantal dan de publicaties over de toe
passing van de zuurstofinhalatie-therapie bij phosgeenvergiftiging'
zijn die, welke betrekking hebben op het toedienen van zuurstof
langs extra-pulmonalen weg2).
Hoewel de zuurstoftherapie bij talrijke gevallen van anoxaemie
en asphyxie is toegepast3)geven de hierbij verkregen resultaten
geen uitsluitsel omtrent de waarde van deze behandeling bij het
door phosgeen veroorzaakte ziekteproces. Om dit laatste te
onderzoeken is het. noodzakelijk den invloed van de zuurstof
therapie bij door phosgeen of door diphosgeen vergiftigde dieren
na te gaan.
De gasdoseering.
Voor het verrichten van de hierna te beschrijven experimenten
zijn een nauwkeurige gasdoseering en gasanalyse, ter bepaling-
van de gebezigde gasconcentratie onmisbaar. De in het Medisch
1185
Naar een voordracht, gehouden op het 8e Nederlandsch-Indisch
Natuurwetenschappelijk Congres te Soerabaia van 20 t/m 23 Juli 1938.
2) A. Melchior. Onderhuidsche zuurstoftherapie. Uitgever S. W. Melchior,
Amersfoort, 1930.
3) L. Dautrebande „Oxgenotherapie et carbotherapie". Uitgever Masson
Oie. 120 Boulevard Saint-Germain, Paris 1937.