De uitkomsten van de gasanalyse en theoretisch berekende gasdoseering komen, na eenige ervaring omtrent het gebruik der apparaten nagenoeg met elkaar overeen. Op deze wijze is het ons gelukt om steeds een constante dosee ring van de vergiftige stof te waarborgen, waarbij veranderingen in de concentratie welke ontstaan t.g.v. adsorptie van de che micaliën aan de wanden van de kist en aan het haarkleed der dieren, alsmede t.g.v. het inademen door de proefdieren geen rol spelen. In dit opzicht is dus het experimenteeren in een stroomend lucht-gasmengsel te verkiezen boven het gebruik van een statisch lucht-gasmengsel. De c X t waarde. De proeven zijn verricht met diphosgeen en bij een cXt- waarde van 2500. De dieren hebben gedurende 25 minuten vertoefd in een atmosfeer, welke 100 mgr diphosgeen per m3 bevat. Bij deze cXt- waarde toonen alle proefdieren in meer of mindere mate longoedeem, terwijl een plotselinge dood door etsing van de luchtwegen of door andere oorzaken, niet wordt waargenomen. Experimenteel heeft men de minimale c X t - waarde, waarbij dieren te gronde kunnen gaan, voor diphosgeen bepaald op 500. Hierbij wordt niet steeds de diersoort opgegeven, waarvoor deze waarde is gevonden. Toch is dit laatste van groot belang. Zoo hebben wij gezien dat katten en apen bij een c X t - waarde van 500 te gronde kunnen gaan, terwijl dit bij konijnen en 1188 Algemeen wordt de giftigheid van de inhalatie-vergiften aange geven door de formule van Haber, W c X t, waarin W het z.g. doodelijkheidsproduct voorstelt. Men heeft deze formule als volgt afgeleid1) - De werkzaamheid van een vergif wordt uitgedrukt door het quotiënt Z g/G. Hierin is g het gewicht van de opgenomen hoeveel heid van de vergiftigde stof. G stelt het gewicht voor van het dier en Z is het getal waarbij een bepaalde werking optreedt. Bij een vergiftiging door phosgeen of perstof kan men voor g in de plaats zetten c X t X A, waarin c aantal mgr van de stof per m3 lucht, t de tijd in minuten, gedurende welke het dier in de gasatmosfeer vertoeft en A de hoeveelheid ingeademde lucht, uitgedrukt in m3 per minuut. Worden deze letters in bovenstaand quotiënt ingevuld, dan luidt de formule Z c X t X A/G. Neemt men aan dat bij een bepaalde diersoort en onder tijdens de proefopstelling gelijkblijvende omstandig heden A/g constant is en brengt men deze constante tezamen met Z, dan wordt de formuleW c X t. Flury heeft er reeds op gewezen, dat deze formule slechts bij be paalde grootten van c en t geldig is en ook dat talrijke andere factoren (individueele en rasverschillen) in rekening moeten worden gebracht. 3) Ferdinand Flury. Über Reizgase, Zeitschrift für die gesamte experi- mentelle Medizin. Band XIII, 1921, blz. 9.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 72