Van groot belang voor het bepalen van het z.g'. „doodelijk-
heidsproduct" blijkt ook de leeftijd der proefdieren. Sedert den
wereldoorlog is het bekend en ook uit de na den oorlog
opgedane ervaring is gebleken dat ten gevolge van een
phosgeenvergiftiging oudere menschen eerder sterven dan jonge
personen. Reeds eenige jaren geleden is het ons, tijdens het
experimenteeren opgevallen, dat bij een bepaalde c X t-waarde
van diphosgeen, oudere dieren vaak sterven, terwijl jonge exem
plaren de vergiftiging doorstaan.
Om te onderzoeken of de leeftijd inderdaad een rol speelt bij
het al dan niet doodelijk werkzaam zijn van een bepaalde
c X t - waarde van diphosgeen is een groot aantal proeven
verricht.
Voor deze experimenten zijn uitsluitend caviae gebruikt. Hierbij
is er op gelet, dat het lichaamsgewicht en ook de tint van het
haarkleed der dieren zooveel mogelijk met elkaar overeenkomen.
Tevens wordt er voor zorggedragen dat de dieren tijdens de
proeven onder schijnbaar gelijkblijvende omstandigheden ver-
keeren. Om den bewegingsdrang der caviae tegen te gaan, worden
zij in een driehoekig draadraampje van 15 cm hoogte geplaatst,
waardoor de reacties worden geremd, zoodat zij bijna onbe
wegelijk blijven zitten. Nadat de dieren 4 uren voor den aanvang
der proeven voor het laatst zijn gevoederd, worden zij in groepen
van 20 stuks in de gaskist gebracht en gedurende 25 minuten
blootgesteld .aan een luchtstroom, welke 100 mgr. diphosgeen per
m3 bevat. In totaal zijn voor deze proeven 100 „jonge" en 100
„oude" caviae gebruikt. De in eigen stallen gekweekte „jonge"
dieren hebben een leeftijd van 6 maanden nog niet bereikt, de
„oude" dieren vertoeven reeds gedurende lVz jaar in de dieren
verblijf plaats.
De uitkomsten der experimenten (zie graphiek nr. 1) hebben
enkele merkwaardige feiten aan het licht gebracht. In de eerste
plaats blijkt, dat het ziekteproces zich in zeer korten tijd voltrekt.
Van de dieren, welke de eerste 12 uren overleven, gaan er na
dien tijd nog maar zeer enkele te gronde.
Voorts is komen vast te staan dat de „oude" dieren korten
tijd na de vergiftiging te gronde gaan, terwijl de jonge dieren
dan nog in leven zijn. Zooals uit nevensgaande graphiek nr. 1
blijkt, is de levensduur der gestorven jonge dieren aanzienlijk
langer dan die der oudere exemplaren.
1190
In de gasliteratuur wordt algemeen opgegeven dat bij door phosgeen
vergiftigde menschen de hoogste sterfte-cijfers in de eerste 2 dagen
na de vergiftiging worden waargenomen. Is binnen 2 X 24 uren de
dood niet ingetreden, dan volgt meestal een spoedig herstel.
In herinnering worden gebracht het phosgeenongeluk in Hamburg en
in het Maasdal (België).