men in de praeparaten der dieren, welke aan zuurstofinhalatie
zijn blootgesteld.
Zeer gering is het oedeem in de longen der dieren, waarbij
de zuurstof onder de huid is ingespoten, terwijl het longweefsel
der dieren, waarbij een gecombineerde zuurstofbehandeling is
toegepast, nu eens meer gelijkenis toont met de eerste, dan weei
met de tweede categorie van proefdieren.
Slotbeschouwingen.
In het bovenstaande is de ervaring over den invloed van de
zuurstoftherapie op het door diphosgeen veroorzaakte ziekte
proces bij caviae zeer in het kort samengevat. De experimenten
worden voortgezet en indien deze zijn geëindigd, de gemiddelde
levensduur, de mortaliteit en het gemiddelde longgewicht van
de verschillende categorieën van proefdieren nogmaals berekend.
Hierdoor ondergaan de weergegeven cijfers ongetwijfeld nog
eenige verandering. Uit h.et verzamelde iixtt.eriadl /can echter
thans reeds de conclusie worden getrokken dat de onderhuidsche
zuur stof injecties een gunstigen invloed uitoefenen op het door
diphosgeen veroorzaakte ziekteproces hij caviae.
Men kan de vraag stellen op het van belang is de proeven bij
andere dieren te herhalen. Dit schijnt overbodig. Apen, honden en
katten zijn tijdens de proeven onrustig, reageeren op geluiden
en veranderingen van de omgeving. Hierdoor ontstaan groote
individueele verschillen t.o.v. de ingeademde hoeveelheid van de
vergiftige stof. Bovendien maken deze groote dieren, tijdens de
manipulaties, welke noodig zijn voor het toedienen van de zuurstof,
heftige afweerbewegingen. Deze overmatige inspanning stelt
hooge eischen aan de kleine circulatie en oefent een ongunstigen
invloed uit op het ziekteproces. Een herhaling van de verrichte
proeven bij grootere dieren zal de oplossing van het vraagstuk
dan ook niet verder kunnen brengen.
Wel is er meer dan een reden om aan te nemen dat de resultaten
van de zuur stof therapie, welke bij door diphosgeen vergiftigde
caviae zijn verkregen, ook bij menschen zullen worden waar
genomen. Het is in hooge mate waarschijnlijk en uit de
bestaande literatuur blijkt dit ook duidelijk dat de anti-
asphyctische, de antitoxische en de stimuleerende werking van
de onderhuidsche zuurstof ook bij door diphosgeen vergiftigde
menschen een gunstigen invloed op het ziekteproces uitoefent.
Dit is te meer het geval omdat de tijdens de injecties waar
genomen, voor het leven der dieren gevaarlijke afweerbewegingen,
bij menschen ontbreken. Bovendien wordt bij menschen een
sedatieve werking aan de onderhuidsche zuurstof-injecties
toegeschreven, welke volgens sommige auteurs zelfs morphine zou
kunnen vervangen. Vooral dit laatste is belangrijk omdat bij
de pogingen om aan gaszieken door middel van morphine de voor
1207