9. NIEUWE LEGERORGANISATIE-METHODE VOOR HET KON. NED.-IND. LEGER. (KORT-VERBAND SYSTEEM VOOR INH. MILITAIREN). Bij de mondelinge behandeling in den Volksraad van de oorlogsbegrooting 1939 in eersten termijn werden door verschil lende leden m.b.t. het reeds eenigen tijd voor het leger in overweging (en bij enkele niet onder het leger ressorteerende Inlandsche korpsen in beproeving zijnde) kort-verband instituut1) eenige opmerkingen en suggesties gedaan. Daarop werd door den Regeeringsgemachtigde voor oorlog bij de beantwoording op 8 Augustus 1938 uitvoerig ingegaan2). Generaal Boerstra legde er echter den nadruk op, dat t.a.v. de instelling van bedoeld instituut bij het leger nog geen beslissing was genomen. Aangezien dezer dagen die beslissing is gevallen, en wel in dien zin, dat deze methode van legervorming wordt ingevoerd, laten wij hier de voornaamste bepalingen uit de desbetreffende regelingen volgen. A. Regeling betreffende een kort dienstverband (kort-verband) voor niet-Europeanen bij het Koninklijk NederLandsch-Indische Leger.3) (Goedgekeurd bij G.B. dd. 16 Nov. 1938 nr. 35). 1215 van Indië zoozeer den nadruk op den handelsoorlog te leggen als door vooraanstaande marinekringen wordt verkondigd. Tot nu toe is in die richting vermoedelijk nog weinig geschied, daar, blijkens de mededeeling der regeering aan den Volksraad, bewapening van Indische koopvaardijschepen nog slechts een punt van overweging uitmaakt. Indien daartoe zou worden besloten, zouden de daarvoor noodige credieten worden aangevraagd, wat tot dusver nog niet is gebeurd. Wordt Indië in een conflict betrokken, dan kan de handelsoorlog van de grootste beteekenis worden. Als Neder- landsche hulpkruisers daarbij eenig gewicht in de schaal zullen leggen, zijn tijdige voorbereidingen noodig. De daaraan verbonden kosten zullen gering zijn in verhouding tot de vele millioenen, die thans aan de maritieme defensie worden besteed. Een spoedige beslissing is noodig, vooral nu hier inderdaad periculum in mora kan zijn. Wellicht zal de aanstaande behandeling der defensie-begrooting hieromtrent uitsluitsel brengen. b Zie I.M.T. 1937 nr. 9 blz. 812—822 en I.M.T. 1938 nr. 8 blz. 786 en 787. Handelingen 19381939 blz. 767 e.v. 3) De Legercommandant is bevoegd, in deze regeling wijzigingen aan te brengen, voor zoover daaraan geen geldelijke gevolgen zijn verbonden (hij zal daarvan telkens kennis geven aan de Regeering) en voorts, ter uitvoering van die regeling, de verder noodige voorschriften alsmede het model der te bezigen verbandakten voor het aangaan van een kort dienst verband door niet-Europeanen vast te stellen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 99