11. UIT DE VAKTIJDSCHRIFTEN.
1223
F r an s ch e val scherm troepen.
A. Ehrhardt behandelt in D.W. 1938, Heft 32 een artikel van den Fr.
luit. Chevalier over bovenstaand onderwerp. Wij teekenen hieruit het vol
gende aan.
a. Wanneer de valscherm-infanterist springt, heeft hij verschillende uit
rustingstukken bij elkaar gebonden aan een 6 m lang touw 50 m boven
de aarde gekomen, laat hij dezen last zakken, welke dus eerder den grond
bereikt, waardoor de man bij het neerkomen minder wordt gehinderd.
b. Afgesprongen wordt op een hoogte van 500 1000 m.
c. Onder ongunstige omstandigheden moet bij het afspringen met een
verlies van 1 a 2% worden gerekend, tengevolge van kleine ongevallen.
d. Het inzetten van valschermtroepen eischt veel voorbereiding.
Te voren wordt door een officier van het luchtwapen, waarbij z.m. de
cdt.valschermafd., een vlg.vk. gehouden van het landingsterrein (grenzen
omgeving)Het maken van foto's verdient aanbeveling. De eerste maat
regelen, welke na de landing moeten worden genomen, moeten nauwkeurig
werden vastgesteld.
e. De vlgn. vliegen in groepen, waardoor het verzamelen der eenheden
na de landing wordt vergemakkelijkt.
M ij nenversp erring als pantserafweer.
„v.d.W." in Mavors Juli/Aug. 1938. In het Jap. leger beschikken de cien.
inf. voor onmiddellijke zelfverdediging over 5 draagbare mijnengroepen, elk
van 6 mijnen, die onderling verbonden zijn. Ze worden gebruikt in com
binatie met nevelhandgranaten, als de aanvalsri. van de vewn. is vastgesteld.
De gedachte lijkt goed, doch de uitvoerbaarheid schijnt twijfelachtig m.h.o.
op het groote totale gewicht, nl. 5 X 6 mijnen a 5 kg 150 kg en de moei
lijkheid de verdeeling over het terrein te controleeren, waardoor gevaar
voor de eigen troepen ontstaat.
Groote gemotoriseerde eenheden.
B.B.S.M. van Juli 1938 geeft in 't kort de It. beginselen over bovenge-
genoemd onderwerp weer, zooals deze tot uiting komen in een studie van
den It. gnl. E Quarra. De opdrachten voor een dergelijke eenheid zegt S.,
mceten berusten op het beginsel, dat zij zich door haar samenstelling en
bewapening in de eerste plaats leent voor een frontale doorbraak van een
goed ingerichte vij. stelling. Het vormen van een bres in de vij. weerstandslijn
voimt dus „sa mission essentielle". Daarnaast kan in samenwerking met
andere eenheden en middelen een „action de choc" tegen een vij. vleugel
worden uitgevoerd.
Een frontale actie moet zich niet beperken tot de voorste vij. weer
standslijn de geheele voorste weerstandsstrook moet worden gepasseerd
de tweede weerstandsstrook moet worden bereikt en aangevallen. Bij deze
actie is steun van de in voorste lijn liggende troepen, van vlgn. en andere
groote eenheden noodig. De diepte, waarover moet worden doorgedrongen,
kan worden gesteld op 10 a 15 km, welke diepte onder gunstige omstandig
heden grooter kan zijn. Een dergelijke frontale actie kent 3 phasen