2. NEDERLANDSCII NIEUW-GUINEA (III) door C. G. J. TEERINK, Kapitein van den Generalen Staf. (Slot; zie I.M.T. 1938 nr. 11). (met een schets). 7. DE KOLONISATIE. Niet het minst door de propaganda voor kolonisatie is Nieuw- Guinea in de algemeene belangstelling, maar ook in opspraak gekomen. Veel goeds is er tot nu toe nog niet van de kolonisten nederzettingen te zeggen. Jarenlang zijn er kolonisten, of menschen, die zich daarvoor uitgaven, gekomen en gegaan. Het is een uitzondering, indien een kolonist van de opbrengst van zijn arbeid kan leven. Nu is dit niet zoo verwon derlijk als men zich rekenschap geeft wat tot nu toe eigenlijk op dit gebied is geschied. Er zijn twee vereenigingen (o.i. zeker één te veel), die zich daadwerkelijk met kolonisatie in Nieuw- Guinea inlaten. De stichting Immigratie en Kolonisatie Nieuw- Guinea (S.I.K.N.G.) en de Vereeniging Kolonisatie Nieuw-Guinea (V.K.N.G.). Eerstgenoemde, gevestigd te Bandoeng, heeft haar terreinen in de omgeving van Manokwari, laatstgenoemde in de nabijheid van Hollandia, terwijl ïn 1936 een pionierkamp bij Oransbari is opgericht. Beide vereenigingen steunen de kolo nisten, die zich in Nieuw-Guinea willen vestigen. Door schade en schande wijzer geworden, wordt thans selectie onder hen, die zich als kolonist aanmelden, toegepast, waardoor het in Manokwari den laatsten tijd wat beter gaatin Hollandia is de toestand echter zoo, dat men er ernstig over denkt de nederzetting maar te verlaten. Thans zijn daar nog ongeveer 35 kolonisten gevestigd, die totaal 18 ha, verdeeld over 23 perceelen, hebben beplant. Te Manokwari telt de kolonistengemeenschap rond 250 zielen, ruim 220 ha is opengelegd waarvan 140 ha in geregelde cultuur is gebracht. Het kolonisatie-comité te Manokwari, waar van de assistent-resident voorzitter is en waarin ook de land- bouwconsulent zitting heeft, is een groote steun voor de nederzetting aldaar. Men heeft nu een in- en verkoopcentrale 1130

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1938 | | pagina 14