verdere actie ook na de opening van het Kanaal in 1869 nog
niet urgent.
Maar, bovendien, was Egypte een Turksche provincie, en ging
het toch niet aan, dat de belangstelling voor dat vreemde gebied
zich zonder grondige redenen zou uitbreiden tot daadwerkelijke
inmenging in het Turksche bestuur 1) De gelegenheid daarvoor
kwam eerst in 1882 door den opstand van Arabi Pasja tegen het
bestuur van den Khedive de Britsche vloot verscheen toen voor
Alexandrië, bombardeerde hier en daar wat, zette troepen aan wal,
die Arabi Pasja's legerplaats bestormden, waarop Arabi's mannen
weer de Europeanen in Alexandrië om hals brachtenzoodat toen
de Britsche invasie van een Turksche provincie niet alleen een
feit was geworden, doch zij tevens een zekere rechtvaardiging had
gevonden. Van dien tijd heerschten in de Turksche provincie
Egypte Lord Cromer als raadsman van den Khedive en Lord
Kitchener als sirdar van de Britsche weermacht aldaar.
Bij het uitbreken van den Wereldoorlog werd de toestand pas
moeilijk toen Turkije de zijde der Centralen koos. Engeland lijfde
nu Egypte in bij zijn imperium als protectoraat, doch matigde
zich in zooverre, dat het de Egyptenaren niet met de wapens tegen
Turkije liet strijden. Wel werden honderdduizenden Egyptenaren
als arbeidskrachten gevoerd naar de Oostersche en Europeesche
slagvelden 2). waardoor Engeland de sympathie van vele Egypte
naren verspeelde.
Bij den Wapenstilstand einde 1918 kwam de wrijving al dadelijk
voor den dag toen Zaghloel Pasja aan den Britschen Hoogen
Commissaris verzocht om naar London te mogen reizen, ten einde
daar de eischen van de Egyptische Natie te verdedigen in plaats
van inwilliging van dat verzoek werd bij den 8en Maart 1919 als
gevangene naar Malta vervoerd. Prompt daarop brak in Egypte
een revolutie uitEngelschen werden vermoord, spoorbruggen
opgeblazen, telegraafdraden vernield, e.d.m.; zoodat de gansche
Engelsche militaire macht 3 weken noodig had om den opstand
neer te slaan. Allenby werd er toen heen gezonden om het verzet
voor goed te breken maar weldra bemerkte hij, dat de opstand
een diepe nationale basis had en dat Zaghloel inderdaad het Egyp
tische volk vertegenwoordigde. Hij wist nu de Britsche Regeering
er van te overtuigen, dat onderhandelen de eenige mogelijkheid
was tegenover de nationalistische eischen. Als gevolg hiervan werd
in 1922 het protectoraat opgeheven, en Egypte tot een onafhan
kelijk koninkrijk gebombardeerdterwijl Sultan Foead van
origine een Albaneesche Turk, door Engeland tot Koning werd
12
1) Men leze hierbij ter illustratie I.M.T. 1936 Nr. 2 blz. 94 en 95.
2) Bij het einde van den oorlog telde het Egyptische arbeiderscorps
meer dan 200.000 man Paul Schmitz Kairo, All-Islam blz. 201.