manoeuvres toonden den geweldigen vooruitgang sinds 1935
van het nieuwe wapen. Droeg tijdens de Kiew-manoeuvres het
inzetten van landingstroepen nog een beperkt tactisch karakter,
reeds een jaar later werd de verticale omvatting gedurende de
manoeuvres rond Moskou meermalen toegepast. Het succes, dat
men daarbij heeft gehad, rechtvaardigen bestaan en verdere
ontwikkeling van deze strijdwijze.
II. MOGELIJKHEDEN VAN INZET VAN LANDINGS
TROEPEN.
a. Aanval van valschermtroepen opgrondorganisaties van de
vij. luchtmacht door vernieling van vliegvelden en het daar
aanwezige materieel, teneinde de vij. luchtverkenningen en
en aanvallen te verhinderen. (In toepassing gebracht tijdens,
de manoeuvres nabij Moskou in 1936).
b. Verticale omvatting van een legeronderdeel. (Eveneens
tijdens bovengenoemde manoeuvres in toepassing gebracht.
Het gelukte aan een roode gemechaniseerde divisie niet,
succes te verkrijgen tegenover een blauw cav.onderdeel,
daar de opstellingsplaats van het gros telkens tijdig werd
gewijzigd. Eindelijk kwam in het z. aanraking tot stand,
doch de volledige insluiting volgde eerst, toen een valscherm-
afdeeling van 500 man in den rug van de cav. div. daalde.
Alleen door het invallen van de duisternis gelukte het aan
de cav. zich aan de omsingeling te onttrekken.)
c. Het openhouden en afsluiten van défilés en rivierovergangen
in bergterrein. (Toegepast gedurende de manoeuvres in Mid
den-Azië en Transkaukasië.)
d. Den opmarsch van te hulp snellende reserve-afdeelingen
beletten of vertragen. (Toegepast tijdens manoeuvres in
Weisz-Ruszland 1936.)
III. TACTIEK DER LANDINGSTROEPEN.
Bij de Rus. manoeuvres is op dit gebied ruime ervaring opge
daan. De inzet van landingstroepen kan plaats hebben, hetzij
door valschermtroepen in combinatie met luchtinfanterie, of door
valschermtroepen afzonderlijk.
Het beoogde gevechtsdoel is beslissend voor wat betreft het
bepalen van de sterkte en samenstelling van deze troepen. Aan
den inzet van landingstroepen zal steeds een luchtverkenning
moeten voorafgaan. Gedurende de vlucht en de landing wordt
een plaatselijk en tijdelijk luchtoverwicht verzekerd door een,
de transport luchtvloot begeleidend eskader, bestaande uit jacht
en meermotorige bombardementsvlgn., welk eskader bovendien
tot taak heeft, tijdens de landing de werking van de luchtdoel-
20