volgende dienen. Eigen jachteskaders zullen z.s.m. na ontdekking van een aanvliegend vij. eskader dit tegemoet vliegen en trachten den vijand onschadelijk te maken. Door de vijandelijke jachteskaders, die de transportvloot vergezellen zullen zij echter worden gebonden, zoodat de valschermtroepen gelegenheid krijgen om te landen b.v. bij een zeer belangrijk object. Met afweerwapens zal men geen afdoend succes kunnen verkiijgen, aangezien deze niet steeds overal vuurbereid aanwezig kunnen zijn. Bij de belangrijke objecten zullen in den regel afweerwapens gereed staan, terwijl op het terrein mede een bezetting aanwezig dient te zijn, welke tot taak heeft de valschermtroepen zoo lang mogelijk tegen te houden tot z.g. alarmtroepen zijn aangetrokken. Laatstbedoelde (gemotoriseerde) troepen, samengesteld uit inf., art., mitrailleurs en vechtwagens, moeten op verschillende punten achter het front gereed worden gehouden om bij het eerste alarmsignaal van de luchtwachtposten naar het bedreigde terrein te kunnen worden gedirigeerd. De bestrijding der luchtinfanterie in het operatiegebied is uiteraard de taak van het opereerende leger zelf. De Engelschen zoeken de beveiliging meer in een uitgebreiden luchtverkenningsdienst. De ondervindingen gedurende de lucht- manoeuvres in 1936 zouden n.l. hebben geleerd, dat de veiligheid tegen vij. ondernemingen uit de lucht niet meer gewaarborgd is door den luchtwachtdienst met luisterapparten, enz. Men geeft dan ook de voorkeur aan een doorloopende verkenning door vaste patrouilles. Volgens de nieuwste opvattingen moeten deze ver- kenningsvlgn. zeer snel zijn, een groot klimvermogen bezitten, uitgerust zijn met kanonnen en een groote hoeveelheid munitie. Deze patrouilles moeten niet alleen in staat zijn den strijd tegen een overvliegend vij. eskader reeds op grootere afstanden aan te binden, doch moeten ook aan de opdracht voldoen de van groote hoogten neerkomende parachutetroepen te ontdekken en ze onmiddellijk te bestrijden. In Rusland wordt v.z.v. ons bekend in t geheel niet gesproken over een mogelijken afweer tegen landingstroepen. IX. MOGELIJKE INZET VAN VALSCHERMTROEPEN IN NEDERLANDSCH-INDIË. Uit de verschillende mil. tijdschriften blijkt, dat voor het onderwerp „Luchtinfanterie en valschermtroepen" de noodige belangstelling bestaat en ook wij zullen goed doen ons in te stellen op de daaruit voortvloeiende nieuwe gevaren, welke ook ons in een toekomstigen oorlog zouden kunnen bedreigen. Hoewel voor een eventueelen tegenstander de bezwaren verbonden aan een landing van luchttroepen o.i. nog omvangrijker zullen zijn dan die, welke aan een landing op de kust uit schepen zijn ver- 27

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 29