5. EEN ENERGIEK DOORGEZETTE PATROUILLE NAAR
HET LÖSERCOMPLEX
door
A. DOUP,
Majoor, Commandant van het Korps Marechaussee.
(Met een aantal schetsen).
Alvorens tot een beknopte beschrijving van dezen patrouille-
tocht over te gaan, moge tot een goed begrip van de terreinmoei-
lijkheden in het hooggebergte, waarmede een patrouille te kampen
heeft, een vluchtige beschrijving voorafgaan van het Centraal-
geberte op Atjeh, gevolgd door eenige beschouwingen betreffende
een bergcomplex in het algemeen.
Het patrouillegebied van de 1ste Divisie Marechaussee (gele
gerd in Blang Kedjeren) is wel meest aantrekkelijke van alle
patrouilleressorten in het Gewest Atjeh en Onderhoorigheden
voor officieren, die avontuurlijk van aanleg zijn, hun terrein
kennis wenscben te vermeerderen en hun doorzettingsvermogen
in daadkracht wenschen om te zetten.
Het zijn niet de den-beboschte blangheuvels rondom de lieflijke
valleien van Gajo Loeös, welke prikkels opwekken tot avontuur
lijke neigingen, doch het is voornamelijk het geheimzinnige
oergebergte, dat zich achter deze heuvels verheft en zich tegen
een helderen hemel afteekent als blauwgrijze voorwereldlijke
dieren Dit geweldige bergmassief vormt een schier ondoordring
bare keten om Gajo Loeös en zelfs de meest vermaarde Gajosche
pawang zal zich in dit gebergte niet dieper durven begeven dan
hoog noodig is om clandestien zijn vallen uit te zetten voor den
rhinoceros. Hoe hooger men dit gebergte beklimt, hoe schaarser
de schepselen der dierenwereld in het oerwoud worden aange
troffen, terwijl op de hoogste toppen geen spoor meer van levende
wezens valt te bekennen het hol geblaf van den wau-wau, het
schelle geschreeuw van den woudfazant en de eentonige zang
van de cycade worden in deze hooge streken niet meer gehooi
Bij het doorblaren der krijgshistorische verslagen van Gajo
Loeös zal men te vergeefs meldingen zoeken van uitgeweken
verzetslieden in het hooggebergte. Onze patrouilles hebben hun
schuilplaatsen niet verder aangetroffen dan 2 a 3 marschdagen
van het uiterste hoekje der bewoonde oorden. Er valt in het hoog-
42