Beschouwt een leek een berglandschap in de vrije natuur, dan zal het op hem den indruk maken, alsof het daar door den Schep per is neergezet, zonder dat er eenig'e regelmaat of orde is betracht in den oogenschijnlijken chaos van kris en kras door elkaar loopende bergruggen en ravijnen. Bij aandachtiger beschou wing en bestudeering van het bergcomplex, aan de hand van een topografische kaart, zal men evenwel spoedig tot de ontdekking komen, dat alle bergruggen, welke van een bepaalden bergknoop uitloopen, zich op regelmatige wijze, volgens denkbeeldige mathe matische lijnen naar de laagvlakte verwijderen. Aan de hand van de hierbij gevoegde schetsen zullen wij schematisch het geraamte van een normaal bergcomplex reconstrueeren- fig. I. Uit een bepaald centrum (bergknoop) ontspringen in verschillende richtingen z.g. hoofdruggen, b.v. C-A, C-B, C-D enz. fig. II. Deze hoofdruggen begeven zich niet in één rechte lijn naar de vlakte, doch volgen in gebroken lijnen een bepaalde richting Ca-ab-bc-cd enz. De lengte van elk dezer gebroken lijnen bedraagt als regel niet meer dan 4 a 500 m. fig. III. Ter plaatse, waar de gebroken lijn van richting veranderd, wordt een afvaller (uitlooper) gevormd, (a-a1, b-b1, c-c1, d-d1 enz.). Deze afvallers zijn de z.g. zijruggen, fig. IV. De hoeken, welke deze afvallers met den hoofdrug vormen, zijn geen willekeurige, doch houden verband met de hoeken, welke in a, b, c, d, enz. door de gebroken lijnen van den hoofdrug met hun oorspronkelijke richting worden gevormd, terwijl hun grootte tevens beheerscht wordt door de natuurkundige wet de hoek van inval is gelijk aan dien van uitval. In a verwijdert zich dus de afvaller a-a1 onder een zoodanigen hoek, dat L axa c1 L c1 a b. m.a.w. L a1 a b wordt gehalveerd door de denkbeeldig verlengde a c1 van de gebroken lijn C a. Op gelijke wijze wordt de L c b b1 gehalveerd door de denkbeeldig verlengde b c2 van de gebroken lijn a b enz. fig. V. Ook de afvallers (zijruggen) zetten hun weg voort volgens gebroken lijnen, terwijl telkens weer op punten, waar de lijnen zich breken, nieuwe afvallertjes worden gevormd overeenkomstig de hiervoren vermelde theorie, fig. Va. Nog dient hier afzonderlijk te worden vermeld, dat de bergruggen in het algemeen en de hoofdruggen in het bijzonder, zich niet steeds onder een geleidelijken hellingshoek van hoog naar laag verwijderen. Onderweg worden oneffenheden gevormdtoppen, dalen en zadels. 45

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 47