heeft gezien hem van uit de leprozerie Agoesan in 2 nachten
te beklimmen.
Wat is dan eigenlijk de prestatie geweest van de patrouille
Scheepens, als zelfs burgertoeristen den 3400 m hoogen top in
een recordtijd hebben kunnen bereiken Iedereen sprak over den
Lösertop, weinigen hadden hem uit de verte waargenomen, maar
niemand wist mede te deelen hoe men in het labyrinth van
bergruggen den weg naar dien legendarischen top kon vinden.
Luitenant Scheepens was de eerste patrouillecommandant, die
vertrouwende op zijn inzicht in het bergterrein, na een tocht
van 9 dagen (v/m 28 October t/m 5 November '36) er in slaagde,
dezen top te bereiken.
Het Lösercomplex blijkt uit 3 toppen te bestaande Oost-,
Midden- en Westtop, welke op betrekkelijk korten afstand van
elkaar zijn gelegen en door een bergrug aan elkaar zijn ver
bonden. Het door deze eerste patrouille gebaande pad werd
naderhand door andere patrouilles verbeterd en bekort.
Hetgeen echter wel als een prestatie op zich zelf moet worden
beschouwd, is de patrouille van de Westkust naar dit Löser
complex, in 1938 door denzelfden patrouillecommandant onder
nomen. Voor de beschrijving van dezen patrouilletocht moge
verwezen worden naar de figuratieve schetskaart van het Löser-
gebergte, welke samengesteld werd aan de hand van de gegevens
van Luit. Scheepens opgenomen achter in dit I.M.T.).
In April '37 werd een verkenningstocht ondernomen langs de
Kloeëtrivier tot voorbij de samenvloeiing van de Kroeëng
Siboemboeng en in Augustus d.v. naar het brongebied van de
Kroeëng Sampeuli. Gedurende deze patrouilletochten sloeg de
patrouillecommandant de geweldige berguitloopers, die zich in
de vlakte verflauwden en in het hooggebergte ergens hun knoo-
pingspunten moesten hebben aan het Lösercomplex, aandachtig
gade. Het beloop dezer bergruggen werd nauwkeurig bestudeerd
terwijl de kansen werden berekend, welke rug het voordeeligst
gevolgd zou kunnen wordenhet scheidingsgebergte van de
Kr. Sampeuli of het scheidingsgebergte van de Kr. Siboemboeng.
De patrouillecommandant besloot laatstgenoemd gebergte als
aanvangspunt van zijn bergtocht te kiezen.
De verkenningspatrouille naar de samenvloeiing van de Kr.
Siboemboeng en de Kr. Kloeët werd herhaald en op den terugtocht
werden overtollige vivres en verlichtingsmiddelen achtergelaten,
t.w. 'o blikken corned beaf, 6 blikken sardines en 36 kaarsen, welke
nabij de samenvloeiing werden begraven bij wijze van vivresdepöt.
Het mocht eigenlijk geen naam hebben, doch vele kleintjes maken
een groote.
Op 1 Maart 1938 werd de groote tocht aanvaard met één brigade
Mar. van de 6e Divisie, welke samengesteld was uitéén Luite
nant, 17 karabijnen, 3 (brigade-) I.Vn., 3 (patrouillecdt.) I.Vn.
49