en 5 I Vn. voor het medevoeren van reserve-vivres, totaal dus
29 man. De opdracht luidde Maak een doorsteek via de boven-
Kloeët rivier over het Lösergehergte naar Gajo Loeös en keer
langs het bevolkingspad via Blang Pidië terug.
Men had geen van allen notie of er een bestaand pad zou zijn,
dan wel hoelang de tocht over het Lösergebergte naar Gajo Loeös
zou duren. Uit de samenstelling van den vivrestrem en uit de
wijze, waarop bij vertrek de verpleging geregeld was, blijkt, dat
patrouillecommandant den duur van de patrouille tot Gajo Loeos
getaxeerd had op 16 a 18 marschdagen.
Het berekenen van het aantal in te deelen reserve I.Vn. bestemd
voor het dragen van reservevivres volgens de bekende algebraï
sche formule, is bij geroutineerde patrouillecommandanten, zoo
lang het totaal aantal monden de 30 niet overschrijdt, niet in
gebruik. Hierbij geldt, dat ieder I.V. voor alle deelnemers aan
de patrouille (tot een maximum van 30 man) één dag vivres kan
meevoeren, hetgeen ook overeenkomt met de practijk. Het
gewicht van één dag reservevivres voor 30 monden bedraagt
30 X 0.75 kg (rijst en ingrediënten) 22.5 kg. Voegt men
hieraan toe het gewicht van 3 dagen vivres, welke bij vertrek
op patrouille ieder I.V. bij zich draagt, het geringe gewicht zijner
reserve kleeding en tikar, dan zal de totale vracht de 25 kg met
overschrijden (een getrainde I.V. draagt normaal 30 kg, ook in
bergterrein)
De brigadeuitrusting, welke voor dezen tocht werd meegevoerd,
was de normale, met uitzondering van de brigadezeilen, welke
werden achtergelaten. De patrouillecommandant, die volkomen
bekend was met terreinen in het hooggebergte, had de brigade-
zeilen doen vervangen door z.g. „dromzeilen".
Het woord „drom" eischt nader uitleg. Tijdens een patrouille
wordt meestal landaardsgewijze menage gevoerd. Een plukje deel
nemers aan zulk een gezamenlijke menage noemt zich „kongsie
of „drom". Aangezien de ruimte en terreingesteldheid van de
zeer smalle bergruggen in het hooggebergte niet toelaten, dat een
volledig bivak wordt geslagen, bivakkeert men in dergelijke geval
len kongsies- of dromsgewijze bij elkaar, onder eigen z.g. drom
zeilen, welke vervaardigd zijn van in lijnolie gedrenkte linnen stof.
De 'verbandtrommei was extra voorzien van chininetabletten,
terwijl de verpleging als volgt was geregeld. Bij den afmarsch uit
Bakongan op 1 Maart 1938 te 17 uur (een zeer gunstig uur
voor afmarsch, aangezien hierdoor het medenemen van één dag
vivres uitgespaard werd) beschikte de patrouille over 4 dagen
vivres bij den man (in den veldzak) en 5 dagen vivres bij
den trein. Onderweg werden vivres aangekocht en in 2 prauw
tjes opgevoerd naar Loeboe Ik an aswaar de patrouille op 5 Mnart
arriveerde en de vivres overnam, bestaande uit 75 bamboe rijst
en 180 stuks gedroogde visch (z.g. ikan Singkel), een voorraad
50