was het mogelijk, dat iedereen op den 16en Maart nog 2 a 3
dagen vivres bij zich had. Van dezen datum af werd de lunch
(welke meestal om 11 uur wordt genuttigd) afgeschaft. Men at een
hapje bij vertrek en na het slaan van het bivak. Ingaande den
18en Maart werd de havermouth bij beetjes aangesproken.
Met de kook en drinkwatervoorziening was het onderweg, dank
zij de regens, en de kolams, waarin zich regenwater had verza
meld, nogal meegevallen.
Over den gezondheidstoestand werd reeds met een woord
gerept. Het physiek der brigade en der I. Vn. liet bij aankomst
te Blang Kedjeren niets te wenschen over.
Behoudens een enkele uitzondering was de brigade samen
gesteld uit jonge Marechaussee's van 4 tot 6 jaren dienst, die
dagmarschen aflegden van gemiddeld 9 a 10 uren (behoudens
op 21 en 22 Maart).
Na een welverdiende rust van 24 uur te Blang Kedjeren te
hebben genoten werd de terugtocht naar Bakongan langs het
veel beloopen bevolkingspad aanvaard. Op 31 Maart werd Blang
Pidië bereikt en op 1 April reisde de patrouille per auto/bus af
naar haar bivak.
De doorsteek Bakongan-Gajo Loeös was met taaie volharding
en dank zij het hooge moreel en het uitstekende physiek van de
geheele brigade goed volbracht. Andere patrouillecommandanten
zullen in de toekomst den doorsteek wel bekorten. De eerste
zeereis HollandIndië werd immers ook niet in 28 dagen door
Houtman afgelegd.
Een oordeelkundig geloopen bergpatrouille, waarbij het Com
mando aan de spits „Potong troes, matahari tinggal kanan
niet éénmaal werd gebezigd.
54