6. CHINA. (Van onzen Correspondent). met twee foto's). Sinds de Japanners op 12 October in de Bias-baai landden zijn drie oorlogsfronten ontstaan. In het noorden bevindt zich eene expeditionnaire macht onder de bevelen van generaal Sugiyama, die generaal Terauchi afgelost heeft, in Midden-China een troe penmacht onder generaal Hata, terwijl in Zuid-China generaal Ando het bevel voert. De hoofdkwartieren dezer generaals liggen resp. 1000 en 850 km uit elkaar. Tegenover de Japansche troepen in Midden- en Zuid-China maakt de hoofdmacht van het Chineesche leger, welke zich in HuNan bevindt, front naar het noorden zoowel als naar het zuiden, (a cheval van de HanKowCanTon-baan)Het hoofdkwartier van dit leger bevindt zich vermoedelijk in de buurt van HenYang', en ligt op ongeveer 1000 km van SianFu, waar zich waarschijnlijk het hoofdkwartier van de Chineesche troepen bevindt, die den rechteroever der Gele rivier tegen het oprukken der Japanners verdedigen. Aangezien de operatiën dezer beide legergroepen thans vrijwel geheel los van elkaar staan, heeft generaal Chiang- KaiShih besloten elk van een eigen generalen stafdienst te voor zien. De noordelijke Japansche macht heeft zich, nadat de over strooming van de Gele rivier elke militaire operatie in westelijke richting tusschen ChengChow en de Hwai-rivier afstand van 400 km onmogelijk maakte, onledig gehouden met pogingen ShanSi en HoPei van het 8e roode leger en verdere guerrilla troepen te zuiveren. Deze pogingen schijnen niet met het ge- wenschte succes te zijn bekroond geworden. Hoofddoel was dit maal het 8e leger uit zijn reduit in de WuTai-bergen, in n.o. ShanSi, te verdrijven. Daarin zijn de Japanners niet geslaagd. Ernstige pogingen tot overschrijding van de Gele rivier, teneinde door te dringen in ShenSi, en SianFu te nemen, zijn nog steeds niet gedaan. Voortdurend echter verneemt men bij geruchte, dat de Japanners voornemens zouden zijn op te rukken naar SianFu en zelfs naar LanChow, welke stad nog 500 km meer w.-waarts ligt aan den weg, welke China met Rusland verbindt, via de provincie SinKiang. De Chineezen zouden bezig zijn de spoorbaan (de LungHai), welke bij PaoChi eindigt, door te trekken naar LanChow, waartoe 56

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 58