zij de Ping'Han ten zuiden van ChengChow zouden opbreken.
Japansche bommenwerpers doen wat zij kunnen om dezen arbeid
onmogelijk te maken.
De Japansche macht onder generaal Hata in de JangTze-vallei
zou in noordelijke, zoowel als in zuidelijke richting kunnen op
rukken. In beide richtingen loopt een spoorbaan, welke als étap-
pelijn dienst kan doen. Tot nu toe heeft generaal Hata zich er
echter toe beperkt, de Chineesche troepen in zuidelijke richting
te vervolgen. Toen evenwel op 18 November een lijn o-w bereikt
was op den noord-oever van de Mi-rivier, nabij SiangYin, 70 km
ten zuiden van YoChow, is de verdere vervolging gestaakt.
In Zuid-China hebben de Japanners sinds de bezetting van
CanTon op 22 October evenmin veel activiteit betoond. Nog steeds
zijn zij niet verder gekomen dan de naaste omgeving van de
hoofdstad. Vele van de tijdens den opmarsch van de Bias-baai
naar CanTon bezette steden zijn weer in handen der Chineezen.
De Japanners zouden zich bezighouden met „mopping up opera
tions". Inderdaad hebben zij de Chineesche troepen, welke zich
nog bevonden in het gebied van de CanTon—KowLoon-baan
einde November verdreven, bij welke gelegenheid een paar hon-
derdduizend Chineesche niet-militairen mede over de grens in
Britsch gebied zijn uitgeweken.
Alles te zamen vattende, heeft de maand November, behalve
weinig verandering in den militairen toestand, evenmin antwoord
gebracht op de vraag, wat de Japanners na de inname van de
WuHan-steden en CanTon nu verder zullen doen om hun eind
doel, den vrede in China en de nieuwe orde in Oost-Azië, te
bereiken. De Japanners hebben op 16 Januari verklaard de Kuo-
MinTang-regeering niet meer te erkennen. Maar kan men het
bestaan van een regeering, welke steunt op een milioenenleger,
eenvoudig ontkennen Zulks lijkt onwaarschijnlijk. De Japanneis
zullen, of ze willen of niet, rekening moéten houden met dat
leger en met de organen, die het leiden. Nog steeds zijn zij er
niet in geslaagd dat leger het machtsorgaan van de Nationale
regeering te vernietigen, of ook maar een zwaren slag toe
te brengen. Telkens weer is generaal ChiangKaiShih erin
geslaagd door op voortreffelijke wijze den terugtocht voor te
bereiden, en aan te vangen juist vóór het oogenblik, waarop de
Japanners meenden den beslissenden slag te kunnen toebiengen,
het grootste gedeelte van zijn macht en het weinige materieel,
waarover hij beschikt, in veiligheid te brengen. Waarschijnlijk
ook al omdat zij er niet in slaagden de Chineesche legers in een
veldslag te vernietigen, hebben de Japanners dit doel tiachten
te bereiken door allen aanvoer der krijgsvoorraden af te snijden.
Ook deze pogingen dreigen te mislukken nu de Chineezen
nieuwe verbindingswegen met het buitenland hebben geopend.
Ondanks alle afsluiting staan nog steeds drie wegen open, die
57