dat meer dan 6 Chineesche divisiën dien opmarsch hebben getracht te beletten (le, 7e, 50e, 151e, 153e, 158e Div.). Het tijdstip van den Japanschen aanval in Zuid-China (12 Octo ber) bepaald door den internationalen politieken toestand is voor de Japanners niet het gunstigste geweest. Het viel toch ongeveer samen met het einde van de operatiën bij HanKow, zoodat generaal ChiangKaiShih, die reeds op 17 October den algemeenen terugtocht had gelast, reeds spoedig na de landing in Bias-baai troepen beschikbaar kreeg tot beteugeling van het gevaar in KwangTung. Echter, de verplaatsing van een belang rijke hoeveelheid troepen van het operatietooneel aan de Jang- Tze naar de zuidelijke provincie een afstand van meer dan 800 km, waarvoor slechts beschikbaar was een enkelsporige baan, welke het dagelijksche mikpunt is der Japansche bomm'enwerpers moet zeer veel tijd hebben gekost. Het is daarom niet te ver wonderen, dat eerst tegen einde van November 5 weken later de aanwezigheid van sterke Chineesche afdeelingen in Kwang Tung blijkt uit de aanvallen, die de Chineezen tegen de door de Japanners rondom CanTon bezette steden ondernemen. Volgens Chineesche berichten zouden toen ruim 100.000 man onder gene raal PaiChungHsi in de buurt van YinTak -op ongeveer 120 km ten n. van CanTon zijn verzameld. Deze troepen hebben eene linie bezet op ongeveer 50 km ten n. en ten w. van CanTon, loopende van TsunFa, over FaHsien naar SanShui aan de uit monding van de n.-rivier in de w.-rivier. De Japanners beschikken schijnbaar niet over voldoende troepen tot een offensief, de Chi neezen missen daartoe als gewoonlijk de uitrusting. Als gevolg daarvan komen er zoo goed als geen veranderingen in de opstelling der wederzij dsche troepen. Na de inname van de WuHan-steden heeft generaal Hata op de vraag, wat de verdere plannen van de Japansche militairen waren, geantwoord, dat zij zouden oprukken naar ChungKing en KunMing (de Hoofdplaats van YünNan) „als het noodig was". In Chineesche kringen acht men een oprukken naar laatstge noemde plaats waarschijnlijker dan naar ChungKing. Het komt ons voor dat deze kringen de enorme moeilijkheden aan zulk een operatie verbonden, onderschatten. Volgens de kaarten zou ChangSha het voordeeligst liggen voor een oprukken naar Chung King. Inderdaad wordt de provincie SzeChuan aan alle zijden ingesloten door steile bergen, zoodat zij een waar reduit vormt in het hart van het Chineesche rijk. Met moeite dringt de Jang- Tze er binnen om er uit te komen moet zij zich door de beroemde JangTze Gorges wringen, voordat zij bij IChang de vlakte bereikt. KunMing te bereiken is nog veel lastiger. Deze stad ligt op het YünNanKweiChow-plateau op een hoogte van 2100 m. De provincie YünNan bestaat uit verschillende plateau's, verbon den door kloofvormige rivierdalen met bruisende bergstroomen, terwijl KweiChow is „well known for the ruggedness of its 60

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 62