C. Aan „Het Paard" van 24 November 1938 ontleenen wij het
volgende
Record hoogtesprong gebracht op 2.44 m.
69
onderzoek wordt ingesteld, ook al vordert dit dan uitvoerige en
zeer veel tijd eischende berekeningen. Want anders is de kans
groot, dat met onjuiste gegevens wordt gewerkt en het defensie-
vraagstuk danig wordt vertroebeld, zooals wel uit het volgende blijkt.
In de Indische Gids van deze maand schreef Dr. A. de Graaff
over de defensienooden van Indië, waarin hij, op gezag van een
mededeeling in het orgaan van Onze Vloot, tot de conclusie komt,
dat 117 Glenn Martins in aanschaffing en exploitatie gelijk staan
met drie groote slagschepen van 35.000 ton. Op dien grond meent
hij, dat Indië voor hetzelfde geld met die slagschepen veel betel
en doeltreffender verdedigd kan worden, dan nu het geval is. Tegen
dergelijke conclusies kan niet ernstig genoeg gewaarschuwd worden
en daartegenover wijs ik met nadruk op het volgende.
Wil van een waarlijk maritieme verdediging, waarmede van zekere
zijde zoo geschermd wordt, inderdaad sprake kunnen zijn, dan kan
die alleen succes hehhen, wanneer in Indië over ten minste vier
groote slagschepen van 35.000 ton, met de noodige kruisers, kleinere
eenheden en vliegtuigen wordt beschikt. Maar daarnaast zal een
macht van landbommenwerpers evenzeer noodig zijn.
Groote slagschepen kosten zeker negentig millioen gulden per
schip, de financieele lasten daarvan zullen zóó groot zijn, dat
's Ministers conclusie, dat die kostbare schepen financieel niet te
verantwoorden zijn, volkomen juist is.
Maar noodig zijn die groote schepen allerminstMet een offensieve
luchtmacht van tweehonderd landbommenwerpers, is Indië zelfstandig
en krachtig te verdedigen. Om die macht op het goede oogenblik
te kunnen inzetten is een goede verkenningsdienst onmisbaar
daarvoor moet de vloot berekend zijn en men zal dan met een veel
bescheidener vlootsterkte dan voor een waarlijk maritieme verde
diging vereischt is, kunnen volstaan.
Zoodanig offensieve luchtmacht en vloot vallen geheel binnen ons
financieel bereik. Het scheppen van die volledige weermacht is
binnen korten tijd mogelijk en daarom zal in dien koers gestuurd
moeten worden om het behoud van onzen Archipel te verzekeren.
Alleen langs dezen weg kan ook met beperkte middelen
Indië veilig gesteld worden. Men bedenke dit terdege vóór het
wellicht te laat zal zijn, want als er ergens periculum in mora is
en uitstel gevaar oplevert, dan is het bij de doelmatige verdediging
van ons gebiedsdeel in Oost-Azië.
Het was in 1900 te Parijs, dat Capt. Crousse met „Conspirateur",
eigendom van den heer de Mumm, het hoogte-record behaalde door
2,35 m te springen. Voor de veteranen in ons land zijn deze namen
niet onbekend, want de heer Charles de Mumm heeft met „Conspi
rateur" eenige malen aan het Haagsche concours-hippique deelge
nomen, o.a. in 1903 op de Maliebaan.
Eerst in 1912 wordt dit record verbeterd door den heer F. de Juge
de Montespieu met 't paard „Biskra", eigendom van de heeren De
Mumm en Loewestein. Dit geschiedde op 17 Augustus 1912 te Vittel
door een hoogte van 2,36 m te springen. De ruiter moest de eer deelen
met René Ricard, die met zijn ,jMontjoie UI" dienzelfden dag bij den
zelfden wedstrijd een gelijke hoogte sprong.