81
Het luchtwapen zal van beslissenden invloed kunnen zijn, mits harmo
nisch ingepast in het raam der gezamenlijke krijgshandelingen. Op zich
zelf zal het geen beslissing kunnen bevechten. Vooral in den aanvang van
een oorlog 4l de hoofdtfak zijn: bestrijding van de vij. uitgangspunten
van een luchtactie (vliegbases) en van alle objecten in het achterland,
welke van invloed kunnen zijn op de instandhouding en bewegelijkhe
der vij. strijdmacht, zoowel te land (depots, fabrieken, spoorwegknooppunten
a.a.) als te water (transportschepen bij expeditionnaire troepenmachten).
De bommenwerper met grooten actieradius en groot zelfstandig afweerver-
mogen maakt hierbij het hoofdelement uit. Het zwaartepunt dient - volgens
S. te allen tijde te worden gelegd op de ojjensieve luchtvdd.plaatselij e
luchtvdd. met luchtafweermiddelen op den grond (ld. geschut Id.mitrn.) dient
slechts ter aanvulling van de werkzaamheid der offensieve luchtstrijd-
krOmtrent het vraagstuk paard of motor moet bij' de landsvdd. de |estelb-
heid van de vermoedelijke operatieterremen den doorslag geven In bedekte
wegenarme terreinen zal het paard als transport- en tractiemiddel veelal de
voorkeur verdienen. De lichte terrein-tractor met rupsbanden vormt echter m
vele omstandigheden een betrouwbare en doeltreffende vervanging van het
PTn dR.M.S. nr. 8. behandelt Kol, Lecomte voor landen, welke voor hun ver
dediging op een strategisch defensief zijn aangewezen, het vraagstuk of deze
vdd. passief of actief moet worden gevoerd (Armee offensive ou arme defen
sive S komt tot de conclusie dat een passieve vdd. onvoorwaardelijk
moet worden veroordeeld. Het initiatief van een (overmachtigen) agressor moet
worden gebroken, door hem te dwingen zijn operatien te verrichten m voor
de eigen partij gunstige terreinen en onder voor haar gunstige omstandig
heden. Daartoe is noodig den vij. te fixeeren door het innemen van een krachtig
defensief, doch beperkt stellingfront te geeigender plaatse door uitbuit n
van het terrein en inzet van veel automatische vuurmiddelen (nutr., pag., art.)
dient het binden van levende gevechtskracht aan dit stellmgfront tot het
uiterste te worden beperkt. Voorts moet een zoo krachtig mogelijke, uiterst
mobiele offensieve groep met groote stootkracht worden gevormd om de
door de stellinggroep gefixeerden vij. te kunnen aangrijpen. Indien
terreinsomstandigheden zulks toelaten, is indeeling van gemechaniseerde
eenheden (vewn.) bij de offensieve groep ter verhooging van hare stoot
kracht, van overwegende beteekenis.
In M.W.R. nr. 7 bespreekt Kap. Sorge in „Kombinierte Operationen von Heer
und Marine unter dem Einfluss der Luftwaffe" o.m. den invloed van de iuc -
strijdkrachten op de uitvoerbaarheid van landingen. S. gaat zulks nai aan de
hand van de bekende Duitsche operatie tegen de Baltische eilanden, Oesel en
Moer., in Oct. 1917. Hij toont daarbij aan, dat deze onderneming thans slec-bts
mogelijk zou zijn, indien de aanvaller in staat is zich een plaatselijk lucht-
overwicht te verschaffen tijdens de landingspoging, ten einde den verdediger
te beletten met zijn luchtstrijdkrachten in te grijpen. Voor den aanva
beteekent zulks, dat het begeleidende eskader van de transportvloot over ver
scheidene vliegtuigmoederschepen zou moeten kunnen beschikken tot recht
streeksche dekking van het ontschepen der landingstroepen en het vervoer
van deze naar de kust. Deze vlg.moederschepen zouden echter met alleen
moeten voorzien zijn van jachtvlgn., doch mede - enwel m de
plaats van krachtige verreikende bommenwerpers, ten emde door het aan
grijpen van de uitgangspunten van de luchtstrijdkrachten van den verdediger
fvlgbases), ook daadwerkelijk een tijdelijk en plaatselijk luchtovervncht te
kunnen waarborgen. Zulks zou voor den aanvaller evenwel een zoodan „e
inzet van luchtstrijdkrachten vereischen, dat deze gelet op dsn algemeenen
oorlogstoestand in Oct. 1917 het belang van het operatiedoel verre over
troffen zou hebben. Daar komt bij, dat de luchtverkenning van den vercfeiiger
het vrijwel onmogelijk zou maken aan de landing het verrassende karakter te