7. UIT DE PERS. A. Aan het Utrechtsch Nieuwsblad van 2 November 1938 ont kenen wij de volgende critische beschouwing door Vice-Admiraal b.d. Mr. J. C. Jager van de uitspraak van Winston Churchill, dat de practijk van den strijd in Spanje in het algemeen zou hebben bewezen, dat de luchtaanvallen bij een goed geoutilleerd afweer- apparaat geenszins een doodelijk gevaar behoeven op te leveren. 63 LUCHTMACHTDOODSVIJAND VAN DE VLOOT. ANDERHALVE MINUUT KAN HET AFWEERGESCHUT ZICH SLECHTS DOEN GELDEN. Het artikel van der heer Winston Churchill, in het blad van 3 September j.L over de beteekenis der luchtmacht in den moder nen oorlog, verdient zoowel om den inhoud, als door den persoon van den schrijver bijzondere aandacht. Voorzichtigheid blijft evenwel geboden wanneer de auteur, ongetwijfeld een politicus van bijzondere beteekenis in het Engelsche Parlement, First Lord of the Admiralty kort voor den wereldoorlog, later één der leidende regeeringspersonen tijdens dien krijg, conclusies gaat maken op een terrein, waar onder deskundigen allerminst een eensgezinde meening bestaat. Het zal daarom de lezers van dit blad wel niet verwonderen, dat de inhoud van zijn jongste artikel mij er toe brengt, daarover eenige beschou wingen te geven, nu zijn conclusies, oppervlakkig bezien, indruischen tegen het standpunt, dat ik steeds in deze kolommen verdedigd heb. UITGANGSPUNT NIET HET ZELFDE Hoe is die tegenstrijdigheid te verklaren Wel allermeest doordat dns beider uitgangspunt niet hetzelfde is. Terwijl ik mijn conclusies trok uit bepaalde feiten die tijdens den Spaanschen burgeroorlog voorvielen, op concrete gegevens dus, gaat de heer Winston Churchill uit van een basis, waarvan hij zelf zegt „dat de duisterheid van de kwesties iedere oordeelvelling tot weinig meer dan een gissing maakt." Inderdaad een gevaarlijke grondslag en deze noopt tot nog grooter voorzichtigheid, waar hij er zelf op laat volgen, dat „de Spaansche burgeroorlog wellicht een bijzonder geval is en wat daar voorvalt misschien geen zuiver beeld geeft van toekomstige eventualiteiten". Bezit mem deze laatste uitspraak in het licht van het officieele document, in Maart van dit jaar door den Italiaanschen Generalen Staf gepubliceerd, dien men, de parodie van de niet-inmenging ten spijt, een goed inzicht in het wezem van dien burgeroorlog zeker niet kan ontzeggen, dan wordt het uitgangspunt van den heer Winston Churchill nog te meer aanvechtbaar. In dat rapport wordt omtrent den Spaanschen krijg het volgende gezegd „De oorlog in Spanje is een burgeroorlog, waarin men aan den „kant van Generaal „F r an c o" tracht de overwinning te behalen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 65