Toen in 1938 het Sudeten-vraagstuk aan de orde kwam, veranderde de strategische toestand in W.-Europa geheel en al. Wanneer dit vraagstuk tot een Eur. oorlog aanleiding zou geven, zou D. niet alleen al zijn klachten noodig hebben in Tsjecho-Slow., doch bovendien zeer waarschijnlijk ook de Roemeensche en Russische legers tegenover zich gesteld zien. De hco.d- inspanning van de D. weel-macht zou dan dus met m W„ doch m Z.O. richting liggen, weshalve het voor D. van groot belang was zijn Westiiank op deugdelijke wijze te beveiligen tegen Fr. E.e.a. was volgens S. °°rzaak tot den bouw van de Siegfried-stelling in het vroege voorjaar van 1938, de geweldige verdedigingslinie, welke begint tusschen Wesel en Emmerich, derhalve aan den Rijn bij de Ned.-grens, om verder door te loopen langs de Ned., Luxemb., en Fr.-grenzen, om ten Z. van de genoemde bruggen hoofd-stelling bij het versterkte Rijnfront van 1936 aan te sluiten (zie Afb. 1). Op deze wijze zou D. met een minimum aan troepen geruimen tijd aan een groote overmacht van Fr. zijde het hoofd kunnen bieaen. Cliché welwillend afgestaan door het A. I. D. Afbeelding 2. De hierbij gevoegde afbn. 2 en 3 geven een beeld van de in de Siegfried- linie uitgevoerde vew.hindernissen, aldaar in gew. beton uitgevoerd, in tegenstelling met de z.g. „asperges" van de Maginot-lime, welke bestaan uit 10 m lange spoorstaven, welke rond 8,5 m in den grond zijn gedreven. Ook kanalen zijn als verw. hindernis toegepast. Omtrent de verdere inrichting van de elementen van de Siegfriedstelling staan ons geen gegevens ten dienste. Voorzoover bekend, bestaat elke linie

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 103