het luchtwapen en enkele tactische problemen, welke zich daarbij o.a. zullen kunnen voordoen, onder de aandacht te brengen. We hebben gemeend dit onderwerp het best te kunnen behan delen aan de hand van een paar concrete gevallen, waarvan het eerste berust op de volgende onderstelling (zie schets) De bestuurszetel en het gewestelijk militair commando van het gewest X zijn gevestigd in A, waar sinds het uitbreken van den oorlog met Roodland een infanteriebezetting van 300 man in garnizoen is. Evenals andere kustplaatsen in het gewest kan ook de bestuurszetel A in aanmerking komen om door Rood te worden bezet, en als hulpsteunpunt voor Roode zeestrijd krachten te worden gebruikt. Met het oog hierop zijn voorbe reidingen getroffen voor de verdediging. O.a. is een kust- wachtdienst georganiseerd, terwijl de noodige voorbereidingen zijn getroffen voor de rechtstreeksche verdediging van den steiger in de haven van A. Door de kustwacht worden de voor landing in aanmerking komende kuststrooken in de omgeving van A bewaakt. Als zoodanig moet in de eerste plaats de steiger worden aan gemerkt, waar groote schepen aan den wal kunnen meren. Doch ook is landing mogelijk op de kust nabij en ten n van kampong B. Hier kunnen groote schepen de kust tot op onge veer 2 km afstand naderen. Landingssloepen kunnen bij hoog water tot op ongeveer 50 m afstand van het strand komen. Bij laag water daarentegen loopen landingssloepen reeds vast op 300 m afstand van het strand. Omtrent het terrein in de omgeving van A zij overigens nog vermeld, dat de kust n en z van A moerassig is, ten n van A echter niet verder dan de evengenoemde kampong B. Ten o van de kuststrook liggen vlakke en open terreinen, meeren- deels bouwgrond. De kali C, die ten n van A in zee stroomt, is doorwaadbaar. Aan de bevolking is aangezegd, dat haar woon- en verblijf plaatsen terstond moeten worden verlaten, indien deze door Roode troepen mochten worden bezet. Ten o van A, op 200 km afstand, ligt het vliegterrein V, dat is bezet door een vliegtuiggroep (Vl.G. I) ter sterkte van 3 af deelingen (Vl.A. 1, 2 en 3) a 3 patrn. a 3 bommenwerpers type Gl.M. Hoewel Vl.G. I mede bestemd is voor de verdediging van het gewest tegen aanslagen van Roode troepen, staat zij voorshands niet onder de bevelen van den g.m.c., doch is zij ter beschikking van een militairen gezaghebbende buiten het gewest. Echter heeft de g.m.c. machtiging zonder nader bevel over de vliegtuiggroep te beschikken, indien in het 102

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 18