commandement een landing van Roode troepen plaats vindt. Dank zij de telefonische verbinding tusschen A en V is de g.m.c. voortdurend op de hoogte van de gebeurtenissen op het vliegterrein en van de opdrachten, die aan Vl.G. I worden verstrekt. De toestand ontwikkelt zich nu als volgt. Op dag D1 hebben in straat Z, niet ver van A, ontmoetingen plaats tusschen Blauwe en (overmachtige) Roode marinestrijd krachten, waarbij Blauw genoodzaakt wordt het veld te ruimen. Vl.G I krijgt op dien dag verschillende opdrachten, welke verder buiten beschouwing worden gelaten. Slechts zij vermeld, dat de vliegtuigen het grootste gedeelte van den dag in de lucht zijn en pas na het invallen van de duisternis op het vliegterrein V zijn teruggekeerd. In den laten avond van D1 ontvangt de g.m.c. bericht, dat bij het aanbreken van dag D van elke vliegtuigafdeeling 3 patrouilles van 2 a 3 vliegtuigen vliegklaar zullen zijn en op dat tijdstip gereed zullen zijn voor uitvoering van nader te verwachten opdrachten, echter met dien verstande, dat eerst na het aanbreken van dag D kan worden begonnen met het onderhangen van bommen. In den vroegen morgen van dag D nog voor dagaanbreken, te 5.00, ontvangt de g.m.c. te A bericht van den kustwachtdienst, dat in den nacht bij wassend water een verrassende landing van Roode troepen heeft plaats gehad bij en ten n van kampong B en dat deze kampong thans is bezet door Roode troepen ter sterkte van minstens 500 man. Ter hoogte van B, op 2 km afstand van de kust, bevinden zich een paar Roode torpedojagers en een vrachtschip van naar schatting 5000 a 8000 ton, dat blijkbaar als transportschip heeft dienst gedaan. Tevens maken de berichten melding van een twintigtal landingssloepen, die in groepen van drie tot vijf door motorsloepen worden gesleept. De omtrent de landing van Roode troepen ontvangen berichten doen den g.m.c. besluiten, onverwijld een compagnie van ongeveer 100 man naar de kampong C te zenden, teneinde aldaar aan den te verwachten opmarsch van Roode troepen naar A den eersten weerstand te bieden. -Het ligt voor de hand, dat deze compagnie stelling neemt op den z-oever van de kali C ter weerszijden van de brug, deze brug verspert of vernielt, en een patrouille ter ver kenning in het voorterrein zendt. De rest van het garnizoen blijft voorshands te A en neemt groo- tendeels stelling nabij den steiger, teneinde aldaar eventueele volgende landingspogingen af te slaan. Zouden deze troepen ook naar C worden gezonden, dan zou, indien van de torpedojagers of het transportschip af alsnog Roode troepen in de haven werden geland, de stad A zonder gevecht van eenige beteekenis in handen 103

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 19