van den vijanid vallen. Vandaar, dat de verdediging van den steiger voorshands wordt gehandhaafd. Alvorens de deelname aan den strijd van Vl.G. I in beschou wing te kunnen nemen, dienen we ons rekenschap te geven van de bevelsverhoudingen ten aanzien van deze luchtstrijdkrachten. We laten buiten beschouwing het aandeel, dat ze kunnen hebben gehad in de krijgsverrichtingen op dag D-1 en voorgaande dagen. Dit doet ook thans minder ter zake slechts zij vermeld, dat tot dusver de taak van de bommenwerpers buiten den g.m.c. en uiteraard buiten andere militaire gezaghebbenden in het gewest is omgegaan. Op dag D daarentegen is er een rechtstreeks tegen het gewest en zelfs tegen de hoofdplaats A gerichte vijandelijke onderneming. Aan de bestrijding daarvan zal door de vliegtuiggroep moeten worden deelgenomen, eventueel onder los lating van andere reeds verstrekte opdrachten. Om de actie van de bommenwerpers te kunnen aanpassen aan den toestand van het oogenblik, is het gewenscht, dat ze geleid wordt door tusschenkomst van den g.m.c. Deze autoriteit kan op de hoogte zijn van den tactischen toestand ter plaatse onder zijn leiding kan de onmisbare samenwerking tusschen vliegtuigen en infanterie het best tot haar recht komen. Nu dient de bestrijding zoo spoedig mogelijk aan te vangen den gelanden vijand mag geen tijd worden gelaten. De vliegtuiggroep moet onverwijld worden ingezet. Het ligt dan ook voor de hand, dat den g.m.c. machtiging is gegeven zonder nader bevel over Vl.G. I te beschikken, zoodra in 'het gewest een landing van Roode troepen plaats vindt. Thans rijst de vraag, tegen welke doelen (oorlogsschepen, transportschip, landende of gelande troepen) de bommenwerpers zich zullen moeten richten. Nu lijdt het geen twijfel, dat in het onderhavige geval de oorlogsschepen niet het aangewezen doel zijn. Het buiten gevecht stellen van een Rooden torpedojager zou op zich zelf niet kunnen verhinderen, dat de gelande troepen zich van de stad A en van de haven meester maken. Gelukt het Rood A te vermeesteren, dan wordt het verlies van een torpedojager ruimschoots goed gemaakt door de verkregen winst, welke daaruit bestaat, dat Rood bij de verdere operatiën ter zee over een deug delijk hulpsteunpunt beschikt. Het eenige kwaad, dat voor het oogenblik voor de verdediging van A van de Roode torpedojagers is te verwachten, is eenig kanonvuur en het vuur van de aan boord aanwezige luchtdoel- artillerie op onze vliegtuigen. Het gaat er dus om, of de bommenwerpers tegen het transport schip dan wel tegen de gelande en de landende troepen (dus tegen de landingssloepen) moeten worden ingezet. Hierin moet een beslissing worden genomen, omdat het transportschip bij voorkeur 104

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1939 | | pagina 20